Direct naar content gaan

Samenvatting

X (nv; belanghebbende) exploiteert onder meer een webwinkel. Daar verkoopt ze onder meer e-books, luisterboeken en abonnementen op e-books en/of luisterboeken. E-books en luisterboeken (hierna: e-books) worden op fysieke dragers zoals elektronische opslagapparaten verkocht. Een koper kan er echter ook voor kiezen om e-books enkel elektronisch te downloaden (hierna: de diensten).

Per 1 januari 2020 heeft Nederland het verlaagde tarief voor elektronisch verstrekte boeken (de diensten) ingevoerd. Toen is de nieuwe post b.21 opgenomen in Tabel I, behorende bij de Wet OB 1968. Deze luidt, voor zover relevant:

‘het langs elektronische weg leveren of uitlenen van uitgaven als bedoeld in post a.30 of het verlenen van toegang tot nieuwswebsites zoals die van dagbladen, weekbladen en tijdschriften’

X bepleit in deze procedure dat het verlaagde btw-tarief op grond van het neutraliteitsbeginsel reeds in (het vierde kwartaal) 2019 op de diensten van toepassing is.

Rechtbank Noord-Holland geeft X geen gelijk. Zij volgt het (subsidiaire) standpunt van de Inspecteur dat de invoering van het verlaagde tarief voor de digitale leveringen van e-books eerst per 1 januari 2020 is gerechtvaardigd. Dit standpunt van de Inspecteur, dat in feite ook een beroep op rechtszekerheid betreft, slaagt. De Rechtbank verwerpt verder de richtlijnconforme interpretatie van post a.30 van Tabel I die X voorstaat.

Het beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
vierde kwartaal 2019
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
6 mei 2022
Rolnummer
20/6456
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:5274
NLF-nummer
NLF 2022/1515
Aflevering
4 augustus 2022
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina