Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Aan drinkwaterbedrijf X (belanghebbende) is voor de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 een naheffingsaanslag Wbm opgelegd naar een bedrag van € 2.292.615. Het betreft de naheffing van energiebelasting (EB) en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE).

X stelt bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat het gehele complex van grondwaterpompstations, waterproductielocaties, onthardingsinstallaties en waterleidingen gezien moet worden als één WOZ-object in de zin van artikel 16, onderdeel d, WOZ. Alsdan is sprake van één aansluiting zoals bedoeld in artikel 47 Wbm.

De Rechtbank geeft X gelijk. Er is sprake van een zodanige samenhang tussen de eigendommen, dat sprake is van eigendommen die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Nu sprake is van één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdeel d, WOZ, is tevens sprake van één aansluiting in de zin van artikel 47, lid 1, onderdeel f, Wbm. Aangezien aangifte is gedaan voor twee aansluitingen, betekent dit dat de naheffingsaanslag ten onrechte aan X is opgelegd. De belastingrentebeschikking en de verzuimboete worden eveneens vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Milieu- en energieheffingen
Belastingtijdvak
2017-2021
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum instantie
9 oktober 2024
Rolnummer
23/10961
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:6870
NLF-nummer
NLF 2024/2385
Aflevering
22 oktober 2024
bwbr0007168&artikel=47&lid=1,bwbr0007168&artikel=47&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina