Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In deze opinie heeft Paul de Haan het over de verdeling van gezamenlijk verkregen rijkdom over arm en rijk, machtig en onmachtig.

Opinie

‘To respect the law, in the context in which the American Negro finds himself, is simply to surrender self-respect.’

Ideale schoonzoon

Zie ik het goed of is ideale schoonzoon OECD Tax Director Pascal Saint-Amans toch kribbiger aan het worden? Recent zag ik zijn opmerking over de twijfelaars aan Pillar 1 (uitbreiding nexus): ‘if you want to be lazy and look smart at the same time, you say it’s not going to happen’. Ik vind het een rare schimpscheut van de gouden jongen van de OECD, die – zo hoor ik wel eens – veel meer autoritair is dan de buitenkant doet vermoeden. Zijn opmerking klopt ook niet. Luiheid en slimheid gaan uitstekend samen. De oude Duitse generaal (en nazihater) Hammerstein beweerde terecht dat vlijt en intelligentie goede kwaliteiten zijn, maar dat men voor de hoogste posten op zoek moet naar mensen die én intelligent én lui zijn. Of in de woorden van zijn biograaf Hans Magnus Enzensberger: wie lui is, kan goed nadenken. Daadkracht en vlijt zijn zeer overschat. Vlijtige liesjes moet ik om de dag water geven, anders hangen die kopjes alweer. 

Vier wijzen uit het Zuiden

Recent kwam de fameuze Philip Baker QC met een editorial die als volgt eindigde :

‘(...) those who are interested in the history of international taxation, the references to four experts in this editorial will have struck a particular chord. (...) It is quite intriguing that, 100 years later, it is four experts on human rights who are raising concerns over the rewriting of international tax rules through the Two-Pillar Solution.’

Baker trekt een parallel tussen de vier economen die rond 1920 een nieuw internationaal fiscaal concept moesten maken en de vier mensenrechtendeskundigen die nu de tweepijleroplossing van de OECD bevragen. 

Waar gaat dit over? Zoals bekend, is de milieubeweging al jarenlang bezig de juridische gereedschapskist leeg te halen om zijn milieudoelen te bereiken. Belasting wordt meer dan eens gezien als het wat slome broertje of zusje van de milieubeweging. Sinds de Shell-zaak heeft de milieubeweging via de achterdeur (of voordeur?) van de mensenrechten voor elkaar gekregen dat Shell zijn CO2-uitstoot wereldwijd moet verlagen. Het beroep tegen dit vonnis loopt, maar het vonnis zelf heeft nu al een enorme impact. Had de Milieudefensie-advocaat Cox toch gelijk: De revolutie waar iedereen recht op heeft, zal met een beroep op het recht ook een revolutie worden? Ik vind revoluties erg overschat, behalve waar het hun rampzaligheid voor het individu betreft, maar het is een gegeven dat het mensenrechten-discours een enorme invloed heeft op staat en maatschappij. Dat het hierbij ook kan gaan om legalistische onzin die niets met de menselijke waardigheid van doen heeft, zoals toetsing van bijvoorbeeld wielklemmen bij fout geparkeerde auto’s, moeten wij kennelijk voor lief nemen.  

Mensenrechten en de Glorious Global Tax Deal (GGTD)

Maar hier gaat het echt ergens om. Dit is geen wielklem. Dit gaat om de verdeling van gezamenlijk verkregen rijkdom over arm en rijk, machtig en onmachtig. Bakers redactioneel ziet op de brief van 20 maart 2022 van vier UN-mensenrechtendeskundigen: Attiya Waris, Saad Alfarargi, Livingstone Sewanyana en Olivier De Schutter. De vier wijzen uit het Zuiden (jaja eigenlijk drie) schreven Pascal Saint-Amans aan als ‘director of the Centre for Tax Policy and Administration at the OECD’ en vroegen zich in de brief af of de oktober 2022-akkoorden (de tweepijleroplossing oftewel de GGTD) niet ‘potentially involve a human rights violation’. Ik geef de posities van de vier vereenvoudigd weer:

  • Wij houden mensenrechten in de gaten; dat is onze UN-taak.
  • Belastingheffing is voor de ontwikkeling van armere landen essentieel.
  • De tweepijleroplossing zou een beletsel kunnen vormen voor ontwikkelingslanden omdat (3a) de uitbreidende nexusbepaling (Pijler 1) hen geen of weinig extra opbrengst geeft en (3b) Pijler 2 (het wereldminimumtarief van 15%) eerder een plafond zal vormen dan een bodem, hetgeen ontwikkelingslanden ook weer zou schaden.
  • Wat vindt de OECD hiervan?

It did not happen; it wasn’t me?

Ook hier weer een arrogant-kribbige Saint-Amans die in alle toonaarden ontkent dat er sprake is van (potentiële) schendingen en – subsidiair? – dat de OECD dit niet heeft gedaan maar de 141 landen die deel uitmaken van het Inclusive Platform. Dat laatste is flauw. Het is overduidelijk dat het OECD-secretariaat meer is dan een doorgeefluik; vergelijk de opmerking van Ben Dickenson (OECD) hierover: ‘the Secretariat’s role is not to propose solutions that favor one group or another but rather to explore a potential consensus solution that will appeal to states, with the inevitable compromises such a process necessitates’. Baker maakt hier korte metten mee in een mooie spottende observatie (‘without being flippant’): ‘the OECD is doing rather more than providing some meeting rooms at the Chateau, and ensuring that the online meeting arrangements function correctly and that the coffee is warm in the vestibule outside the meeting room’.

De G20 hebben in 2014 de OECD-belastingafdeling ook niet gevraagd om doorgeefluik te zijn maar om oplossingen te verzinnen en consensus te bereiken. De OECD is aldus een technisch uiterst vaardige, politiek handige consensus-machinewerkelijkheid.

Een eenvoudige oplossing: 12B

Persoonlijk verbaast het mij dat het (schijnbaar) simpele, effectieve en efficiënte artikel 12B als voorgesteld door de UN tax experts nooit enige serieuze aandacht heeft gekregen. Een bronbelasting op digitale betalingen met een ‘net option’, een belasting over de netto ‘digitale’ winsten in plaats van op het brutobedrag. Zie uitgebreid hierover Okanga Okanga en Lyla Latif. In een studie voor de South Centre hebben Starkov en Jin de potentiële opbrengsten vergeleken van bedrag A – OECD-Pijler 1 ‘digitaal-virtuele’ toerekening van winst aan de marktjurisdictie – en 12B – bruto/netto met 3%- en 4%-tarief. De verschillen zijn immens; het voordeel van een 12B-systeem voor ontwikkelingslanden is enorm, het bedrag A is veel en veel lager. Luie twijfelaars en ongelovigen verwijs ik naar vooral bijlage E bij dit research paper. Nu weet ik wel dat de VS mordicus tegen 12B zijn en alles wat eraan ten grondslag ligt, maar er lijkt niet eens een begin van een discussie te zijn geweest. De vier mensenrechtendeskundigen noemen alleen de theoretische mogelijkheid om een ‘significant digital presence’ test als vaste inrichting op te nemen, maar ik vind 12B een veel treffender voorbeeld van politieke verwaarlozing.   

Plicht tot ondersteuning

Christians en van Apeldoorn lijken fiscale ondersteuning een juridische basis te geven. Hun uitgangspunt is tweeledig:

  1. Er is enorme onrechtvaardigheid in de wereld van nu.
  2. Het internationale belastingsysteem draagt bij aan deze onrechtvaardigheid en zou juist het tegenovergestelde moeten en kunnen doen.

Vervolgens formuleren zij een moreel kader waarin met name fiscale profijtbeginselen (het ‘equal benefit’- en ‘entitlement’-beginsel) afhangen van de voorwaarde dat rijkere landen hun plicht vervullen tot het ondersteunen van minder rijke landen (‘duty to assist’). De redenering zou (mede) gebaseerd kunnen worden op de mensenrechtenbenadering van de vier deskundigen. Die baseren hun zorg op artikel 2.1 van het International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights van de OHCHR:

‘Each State Party to the present Covenant undertakes to take steps, individually and through international assistance and co-operation, especially economic and technical, to the maximum of its available resources, with a view to achieving progressively the full realization of the rights recognized in the present Covenant by all appropriate means, including particularly the adoption of legislative measures.’

Waarom zou dat niet voor de plicht tot ondersteuning kunnen gelden?

Geloofssprong

Er is uiteindelijk wel een geloofssprong voor nodig. Essentieel in hun betoog is, denk ik, de noodzaak voor het internationale belastingrecht om politiek bewust te worden en (vervolgens) iets aan buitenproportioneel scheve verdelingen in de wereld te doen. Net als in de Shell-zaak, en in de GGTD, alles wordt een stuk minder vrijblijvend als de politiek-juridische invalshoek succesvol blijkt te zijn. Het is kortzichtig dat de OECD niet de deur openzet voor gesprek. Alle landen hebben het belang van mensenrechten onderschreven en dat betekent dat de OECD er niet aan ontkomt om zich daarmee actief bezig te houden. Door de deur dicht te houden, bewijst Pascal Saint-Amans de legitimiteit van de OECD en het Inclusive Framework geen dienst. Zou er een lidstaat te bedenken zijn die hem aan zijn jasje trekt hierover? Of een Kamerlid dat hier lastige vragen over stelt? En zou dit niet mooi in een curriculum van fiscale opleidingen passen? Ik weet zeker dat iemand als Anna Gunn, Irene Burgers of Cees Peters wel uit de voeten kan met zo’n thema.

(...) zeg me dat de mensheid haar geloof verliest
en ik antwoord we waren altijd al achterdochtig
we knepen alleen nog een oogje dicht
hadden in een ver verleden ergens gelezen:
het is beter met één oog het eeuwige leven binnen te gaan
dan met twee ogen in het eeuwige vuur te worden gegooid.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Auteur(s)
mr. P.M. de Haan
De Haan advies
NLF-nummer
NLF Opinie 2022/26
Judoreg
NFB5185
Publicatiedatum
9 augustus 2022

Naar de bovenkant van de pagina