Direct naar content gaan

Samenvatting

Een Ierse dochtervennootschap van X (belanghebbende) heeft gedurende haar bestaan gebruikgemaakt van de Ierse groupreliefregeling.

In geschil is of de liquidatieverliesregeling van artikel 13d Wet VpB 1969 van toepassing is met betrekking tot de ontbinding van de Ierse dochtermaatschappij. Partijen zijn het erover eens dat het liquidatieverlies volgens voornoemde bepaling € 202.687.308 bedraagt. Het geschil spitst zich toe op de vraag of toepassing van de Ierse groupreliefregeling aan de liquidatieverliesregeling in de weg staat.

Naar het oordeel van Rechtbank Den Haag volgt uit de tekst van artikel 13d, lid 9, Wet VpB 1969 dat ten tijde van de voltooiing van de vereffening geen recht meer mag bestaan op een tegemoetkoming voor onverrekend gebleven verliezen van de ontbonden vennootschap. Dat de Ierse dochter tijdens haar bestaan gebruik heeft gemaakt van group relief, doet volgens de wettekst niet ter zake; het gaat erom dat er na ontbinding geen recht meer mag bestaan op enige tegemoetkoming voor verliezen die onverrekend zijn gebleven. X heeft aannemelijk gemaakt dat de tijdens het bestaan van de Ierse dochter niet verrekende verliezen na haar ontbinding verloren zijn gegaan. Daarmee heeft X naar de tekst van de wet recht op het nemen van liquidatieverlies. Een wetshistorische uitleg leidt volgens de Rechtbank niet tot een ander resultaat. Doel en strekking leiden evenmin tot een ander resultaat. X heeft recht op het nemen van een liquidatieverlies van € 202.687.308.

Ontbreken van relatie tussen liquidatieverlies en door deelneming geleden verliezen

In de onderhavige procedure komt de vraag aan de orde of een belastingplichtige een liquidatieverlies ten laste van zijn resultaat kan brengen ter zake van de liquidatie van een Ierse deelneming in 2013. De wetgever heeft bij de invoering van de Wet VpB 1969 – als inbreuk op de deelnemingsvrijstelling – de mogelijkheid in de wet opgenomen om bij een liquidatie een verlies te nemen. Dit gebeurde om het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden. Hij zag ervan af om de omvang van het in aanmerking te nemen verlies af te stemmen op de omvang van de door de deelneming geleden verliezen, maar bepaalde dat het liquidatieverlies het verschil is tussen het opgeofferde bedrag en de liquidatie-uitkering. Het aldus berekende liquidatieverlies kan in principe in aanmerking worden genomen op het tijdstip waarop de vereffening van de deelneming is voltooid.

Beperkte koppeling liquidatieverlies en geleden verliezen

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
31 oktober 2019
Rolnummer
18/5038
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:11878
Auteur(s)
prof. dr. R.P.C.W.M. Brandsma
PwC / Universiteit van Amsterdam / Nyenrode
NLF-nummer
NLF 2020/0161
Aflevering
16 januari 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB2987
bwbr0002672&artikel=13d,bwbr0002672&artikel=13d

Naar de bovenkant van de pagina