Samenvatting
De MTA (belasting- en douanedienst, Estland) heeft een proces-verbaal opgesteld wegens een administratieve overtreding van UT, waarbij zij aangifteplichtige goederen bij zich droeg en over de grens van Rusland naar Estland heeft gebracht. Zij had voor deze goederen de verplichte aangifte niet gedaan. De waarde van de liquide middelen die zij meevoerde, bestond uit 500.000 Oekraïense hryvnia. Om dit bedrag om te rekenen in euro’s, baseerde de MTA zich op de wisselkoers die op een website voor het omrekenen van vreemde valuta was gepubliceerd. Dit bedrag kwam uit boven de € 10.000, vanaf welk bedrag aangifte nodig is. UT kreeg een geldboete opgelegd en de liquide middelen werden in beslag genomen. Degene voor wie UT het geld vervoerde had een andere berekening voor de valuta, waarbij hij uitkwam op een bedrag onder de € 10.000.
De procedure voor de omrekening in euro van in vreemde valuta binnengebrachte liquide middelen is volgens de verwijzende rechter niet in de douanewet, of andere regelgeving geregeld. Hij heeft hierover een prejudiciële vraag aan het HvJ gesteld ter verduidelijking.