Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 1 november 1997 een levensverzekering afgesloten die per 1 augustus 2002 premievrij is gemaakt. De betaalde premies bedroegen in totaal € 3.767.272. In 2014 is de levensverzekering afgekocht en volledig aan X uitgekeerd. De afkoopwaarde bedroeg op dat moment € 3.984.388. X heeft in de aangifte IB/PVV 2014 in verband met de levensverzekering een bedrag van € 701.900 als belastbaar inkomen uit werk en woning aangegeven. Dit bedrag is het verschil tussen de waarde van de levensverzekering op 31 december 2000 (€ 4.035.364) en de som van de op dat moment betaalde premies (€ 3.333.464). De aanslag is overeenkomstig de aangifte opgelegd.

In geschil is of de afkoop van de levensverzekering tot een juist bedrag in de aanslag is opgenomen als belastbaar inkomen uit werk en woning. Dat is volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant en in hoger beroep Hof Den Bosch het geval.

De levensverzekering voldoet op 31 december 2000 aan de voorwaarde van artikel I, onderdeel AL, lid 1, tweede volzin, letter a, Invoeringswet IB 2001. De bepalingen van de Wet IB 1964 zijn niet op de levensverzekering van toepassing gebleven en de renteaangroei over de periode van 1997 tot 1 januari 2001 is dan ook belast als inkomen uit werk en woning.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
28 februari 2024
Rolnummer
22/00819
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2024:627
NLF-nummer
NLF 2024/0803
Aflevering
2 april 2024

Naar de bovenkant van de pagina