Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

BV X wil procederen over een aanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2010 en doet een beroep op betalingsonmacht van het griffierecht.
Hof Den Bosch oordeelt dat rechtspersonen onder omstandigheden ook in aanmerking kunnen komen voor kwijtschelding van griffierecht.
In casu is sprake van een holding zonder activiteiten, is vanaf de oprichting in 2004 jaarlijks een verlies gemaakt van enkele duizenden euro’s, is al jaren sprake van een negatief eigen vermogen en werd geen dividend uitgekeerd door de twee dochterondernemingen waarvan BV X alle aandelen houdt. Het inkomen c.q. de winst en het vermogen van BV X en haar dochtermaatschappijen is dan ook ontoereikend om het griffierecht te betalen.
Het Hof oordeelt voorts dat (ook) de enig aandeelhouder (de gemachtigde van belanghebbende) gelet op diens geloofwaardige en onweersproken verklaringen over zijn financiële omstandigheden niet in staat kan en moet worden geacht de geldelijke middelen te verstrekken om het verschuldigde griffierecht te voldoen.
Wel acht het Hof de aan BV X opgelegde verzuimboete passend en geboden en verder kent het Hof aan BV X geen vergoeding in de proceskosten in hoger beroep toe.

De Hoge Raad heeft op 31-03-2017 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar art 81 Wet RO (rolnummer 16/01857)

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
26 februari 2016
Rolnummer
13/01175
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:706
bwbr0005537&artikel=8:41&lid=6

Naar de bovenkant van de pagina