Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(14)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X was een (groot)aandeelhouder en/of bestuurder van vennootschappen, die in een constructie zijn betrokken waarbij via een keten van transacties de prijs van in te voeren kippenvlees is opgedreven om de heffing van aanvullende douanerechten te ontlopen. Deze aanvullende douanerechten zijn van X nagevorderd door uitreiking van in totaal zes utb’s.

Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat voornoemde constructie misbruik van recht vormt.

Het tegen dit oordeel ingestelde cassatieberoep wordt door de Hoge Raad ongegrond verklaard. De zaak wordt geschorst omdat de Hoge Raad eerst vijf prejudiciële vragen voorlegt aan het HvJ over de uitleg van het Unierecht. De vragen hebben betrekking op de reikwijdte van aansprakelijkheid op grond van artikel 201, lid 3, tweede alinea, CDW en de schorsing van de mededelingstermijn.

Conform conclusie (voormalig) A-G van Hilten.

Belanghebbende was aanstichter bij een constructie. In bepaalde schakels van een handelsketen van werkelijk bestaande transacties werd tegen hogere prijzen gehandeld dan in eerdere en latere schakels in de handelsketen. Hierdoor werden aanvullende douanerechten ontgaan. Ik ga alleen in op de cassatiemiddelen die leiden tot prejudiciële vragen.

Op grond van artikel 201, lid 3, tweede alinea, CDW kunnen de personen die de voor de opstelling van de aangifte benodigde gegevens hebben verstrekt, terwijl zij wisten of redelijkerwijze hadden moeten weten dat die gegevens verkeerd waren, overeenkomstig de geldende nationale bepalingen als schuldenaar worden beschouwd. Op drie punten stelt de Hoge Raad een prejudiciële vraag over de reikwijdte van dit artikel.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
18 mei 2005 - 3 oktober 2006
Instantie
HR
Datum instantie
30 september 2016
Rolnummer
14/02785
ECLI
ECLI:NL:HR:2016:2195
Auteur(s)
mr. dr. A.E. Spiessens
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2016/0478
Aflevering
10 november 2016
Judoregnummer
JCDI:NFB62
,bwbr-commun&artikel=201,bwbr-commun&artikel=221

Naar de bovenkant van de pagina