Direct naar content gaan

Samenvatting

Het onderhavige wetsvoorstel is een gevolg van de evaluatie van de praktijk van anbi/sbbi en giftenaftrek, enige moties en de brief van de staatssecretaris van 28 maart 2019 zoals in het wetsvoorstel genoemd.

Aan de hand van die eerdere documenten kan volgens de Orde worden geconcludeerd dat het wetsvoorstel slechts beperkt van aard is. Voor de overige verbetervoorstellen ten aanzien van de anbi-regeling zullen nog aanpassingen in de uitvoeringsregeling en het uitvoeringsbeleid moeten volgen. Te denken valt aan de aangekondigde verduidelijkingen ten aanzien van de anti-oppoteis en een versoepeling van de liquidatiesaldobepaling.

De Orde maakt zich zorgen om – naar haar mening – onnodige discussies die zich met enige regelmaat over deze bepalingen voordoen; vaak zijn die discussies belemmerend voor instellingen die overigens echt filantropisch van aard zijn. Zij merkt op dat de praktijk gediend is bij verbetervoorstellen in dit verband, en ziet de maatregelen dan ook graag tegemoet.

Daarnaast zijn er in de praktijk ook enige andere opvallende knelpunten die aandacht behoeven. In het bijzonder valt hierbij te denken aan de (mogelijke) weigering van het ‘meenemen’ van een periodieke gift bij een juridische fusie van anbi’s en aan de problematiek met betrekking tot de overlijdenskans bij de periodieke gift, met name ingeval van periodieke giften ‘op twee levens’.

Deze laatste problematiek is toegenomen sinds de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (24 december 2019, 17/5167, ECLI:NL:RBZWB:2019:5777, NLF 2020/0575). Uit deze uitspraak volgt dat de vraag naar ‘voldoende’ overlijdenskans in het geheel niet gesteld hoeft te worden bij een periodieke gift die afhankelijk is van twee levens. De Belastingdienst baseert zijn beleid echter nog steeds op de tegengestelde uitspraak van een enkelvoudige Kamer van dezelfde rechtbank uit 2015, zoals recent nog is bevestigd door de staatssecretaris. Omdat het antwoord van de staatssecretaris dateert van vóór de publicatie van de uitspraak van de rechtbank van 24 december 2019 is veel onduidelijkheid ontstaan in de praktijk. De Orde roept op om deze onzekere situatie op te lossen en voornoemde reeds langere tijd optredende knelpunten weg te nemen.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2021 e.v.
Instantie
NOB
Datum instantie
8 mei 2020
Rolnummer
35 437
NLF-nummer
NLF 2020/1146
Aflevering
14 mei 2020
bwbr0002320&artikel=5b,bwbr0002320&artikel=5b

Naar de bovenkant van de pagina