Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bitulpetrolium, een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Roemeens recht, is een producent van en groothandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en daarvan afgeleide producten. Zij was houder van een belastingentrepotvergunning die geldig was tot 1 oktober 2018.

Naar aanleiding van een belastingcontrole heeft de belastinginspectie op 7 augustus 2020 ten laste van Bitulpetrolium een belastingaanslag vastgesteld voor aanvullende accijns en btw als sanctie wegens niet-naleving van de voorwaarden die gelden wanneer deze laatste een door haar verkocht energieproduct opnieuw inslaat in het belastingentrepot.

Bitulpetrolium heeft bij de Tribunal Prahova (rechter in eerste aanleg Prahova, Roemenië) beroep tot nietigverklaring van deze belastingaanslag ingesteld.

De Tribunal Prahova heeft in het kader van het geding prejudiciële vragen gesteld die door het HvJ als volgt worden beantwoord:

1. Richtlijn 2003/96 en het evenredigheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan nationale bepalingen of praktijken op grond waarvan een accijns tegen het hogere tarief voor dieselolie die bestemd is voor gebruik als motorbrandstof, wordt toegepast op voor gebruik als verwarmingsbrandstof bestemde energieproducten die opnieuw in het belastingentrepot worden ingeslagen om later te worden verkocht, als sanctie omdat niet is voldaan aan de voorwaarden dat deze retournering aan de bevoegde instantie wordt gemeld en dat de desbetreffende nota’s van ontvangst en stornofacturen geen informatie over de markering en de kleuring van deze producten bevatten, en dit ongeacht het werkelijke gebruik van die producten.

2. Artikel 2, lid 1, onder a, artikel 63 en artikel 78, lid 1, onder a, Btw-richtlijn moeten aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan nationale bepalingen of praktijken op grond waarvan op voor gebruik als verwarmingsbrandstof bestemde energieproducten die opnieuw in het belastingentrepot worden ingeslagen, btw is verschuldigd over het door de belastingdienst vastgestelde bedrag aan aanvullende accijns ingevolge de toepassing op die producten van het accijnstarief voor dieselolie die bestemd is voor gebruik als motorbrandstof, tenzij er een belastbare handeling plaatsvindt die inhoudt dat het betrokken energieproduct wordt geleverd om te worden gebruikt als motorbrandstof.'

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2014 t/m 2017
Instantie
HvJ
Datum instantie
25 april 2024
Rolnummer
C-657/22
ECLI
ECLI:EU:C:2024:353

Naar de bovenkant van de pagina