Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) lijdt aan een vorm van kanker en heeft in verband daarmee hyperthermiebehandelingen ondergaan in Duitsland. Deze behandelingen zijn verricht door een Heilpraktiker.

Bij Rechtbank Den Haag is in geschil of de Inspecteur de uitgaven voor specifieke zorgkosten bij de aanslag IB/PVV 2018 terecht heeft gecorrigeerd. Aangezien de hyperthermiebehandelingen niet door een paramedicus in de zin van artikel 6.17, lid 9, onderdeel b, Wet IB 2001 zijn uitgevoerd, bestaat reeds om die reden geen mogelijkheid om de kosten van die behandelingen af te trekken. De vraag of de behandelingen al dan niet op voorschrift en onder begeleiding van een arts hebben plaatsgevonden behoeft dan ook geen verdere behandeling. De door X gemaakte vervoerskosten om de Heilpraktiker te bezoeken komen evenmin voor aftrek in aanmerking, oordeelt de Rechtbank.

Het beroep van X op het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM faalt. Ook is noch het vertrouwensbeginsel, noch het gelijkheidsbeginsel geschonden. Het beroep is in zoverre ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2018
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
21 november 2022
Rolnummer
21/7159
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:12859
NLF-nummer
NLF 2023/0217
Aflevering
26 januari 2023
bwbr0011353&artikel=6.17&lid=9,bwbr0011353&artikel=6.17&lid=9

Naar de bovenkant van de pagina