Samenvatting
De staatssecretaris heeft de Kamervragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het FD-artikel ‘Hoge Raad oordeelt in nadeel van de fiscus, boetes dividendstrippen onzeker’.
De vragen zien op de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad, 19 januari 2024, 20/01884, ECLI:NL:HR:2024:49, NLF 2024/0371, met noot van Brandsma en Hageman, voor de aanpak van dividendstripping en de doorwerking van het arrest naar de per 1 januari 2024 ingevoerde maatregelen. In de beantwoording worden de belangrijkste oordelen van de Hoge Raad kort samengevat. Stellige uitspraken over de gevolgen zijn op dit moment niet mogelijk, aangezien de zaak is doorverwezen naar Hof Den Haag voor een nieuwe beoordeling.
Een aantal vragen ziet op het versnellen van (het onderzoek naar) de vervolgaanpak van dividendstripping. De beantwoording van deze vragen sluit aan bij de uitlatingen van de staatssecretaris tijdens de parlementaire behandeling van het pakket Belastingplan 2024. De staatssecretaris heeft daarbij nader onderzoek toegezegd, aangegeven uit welke onderdelen dit onderzoek bestaat en toegezegd dat de Kamer in het voorjaar van 2025 de uitkomsten van dit onderzoek ontvangt. Daarbij heeft hij destijds benadrukt dat het onderzoek naar alternatieve maatregelen zeer complex en technisch is, en dat het onderzoek om die reden tijd kost.
Een gedegen aanpak van dividendstripping vergt dat de tijd wordt genomen om zorgvuldig onderzoek te doen naar effectieve vervolgmaatregelen. Wel heeft hij aangegeven dat hij de Kamer eerder zal informeren over het deelonderzoek naar de door andere EU-landen getroffen maatregelen wanneer het onderzoek dat toelaat.