Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende), een in de Verenigde Staten gevestigde Group Trust waarin wordt geparticipeerd door een Roth IRA (een individuele pensioenregeling), heeft om teruggaaf van de Nederlandse dividendbelasting verzocht in verband met de uitkering op aangekochte dividendbewijzen. X heeft daarbij een beroep gedaan op artikel 35 Verdrag Nederland-VS (vrijgestelde pensioenfondsen).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de Inspecteur het verzoek terecht heeft afgewezen. X voldoet volgens de Rechtbank niet aan de voorwaarden van zowel lid 1 als 2 van artikel 35 Verdrag Nederland-VS, omdat sprake is van dividendbelastingarbitrage.

Het door X ingesteld hoger beroep wordt door Hof Den Bosch niet-ontvankelijk verklaard.

Het Hof is, anders dan de Rechtbank, van oordeel dat de gegeven volmacht van 29 juni 2017 niet toereikend is voor het voeren van gerechtelijke procedures betreffende de teruggaaf van de dividendbelasting. Ten aanzien van een latere, tijdens de beroepsfase door de indiener van het beroepschrift (hierna: A) overgelegde machtiging is het Hof van oordeel dat niet aannemelijk is dat de volmachtgever – (thans) schuldeiser van X – bevoegd was om X te vertegenwoordigen.

Het Hof ziet geen aanleiding A gelegenheid te geven het verzuim te herstellen omdat A niet in staat is om een nieuwe schriftelijke machtiging te overleggen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Dividendbelasting
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
26 oktober 2022
Rolnummer
20/00788
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3785
NLF-nummer
NLF 2023/0582
Aflevering
16 maart 2023
bwbr0005537&artikel=6:5,bwbr0005537&artikel=6:5,bwbr0005537&artikel=6:6,bwbr0005537&artikel=6:6

Naar de bovenkant van de pagina