Samenvatting
In het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst staat: ‘naar aanleiding van de Panama-papers wordt de informatiepositie en de opsporingscapaciteit van de Belastingdienst versterkt en komt er meer transparantie’.
De uitwerking van deze afspraak is in volle gang. Bij brief van 18 september 2018 kondigde staatssecretaris Snel aan om een extra impuls te geven.
Het gaat in het bijzonder om een intensivering, mogelijk door middel van het strafrecht, van de aanpak van ingewikkelde structuren waarbij de vestigingsplaats verhuld wordt, zaken waarbij belastingplichtigen op voorhand informatie weigeren te verstrekken en zaken waarbij intensief gebruikgemaakt wordt van deskundige facilitators zoals advocaten en (belasting)adviseurs.
Nu het veelal gaat om internationale structuren ziet de intensivering onder meer op het versterken van de internationale samenwerking en internationale gegevensverstrekking. Deze omvangrijke datastromen dienen grotendeels nog ontsloten te worden. Dit vereist nieuwe competenties en de inzet van extra capaciteit.
Opinie
Deze extra capaciteit komt uit de beschikbaarstelling van cumulatief € 17 miljoen voor het programma Vermogen in het buitenland: € 2 miljoen in 2019 en € 5 miljoen per jaar voor 2020-2022. De huidige wijze van werken bij de Belastingdienst op projectbasis wordt vervangen door teams met specifieke kennis voor de complexe zaken die voltijds aan deze zaken werken om zo multidisciplinaire kennis te bestendigen. Concreet gaat het om het aantrekken van (nieuwe) medewerkers met internationale oriëntatie, een mix van data-analisten, (forensische) accountants, controlemedewerkers, fiscalisten en een fiscaal procesadvocaat. Een deel van de investering gaat naar de FIOD, voor onder andere data-analisten en opsporingsambtenaren. Ook de samenwerking met het OM wordt verder geïntensiveerd.
Op voorhand zij opgemerkt dat het uiteraard toe te juichen is dat de Belastingdienst dit onderwerp gestructureerd aan gaat pakken met specialisten. € 17 miljoen over vier jaar klinkt echter als een druppel op een gloeiende plaat. Aangezien in 2019 weer € 110 miljoen bezuinigd wordt op de Belastingdienst, is het zeer de vraag wat het bedrag daadwerkelijk toe gaat voegen.
‘Verhuld’ vermogen?
In de titel van de brief staat aangegeven dat het gaat om ‘verhuld vermogen’. De staatssecretaris wil dit ‘verhuld vermogen’ gaan ‘bestrijden’. Hij koppelt verhuld vermogen kennelijk direct aan belasting ontduiken en het verborgen houden van inkomsten uit criminele activiteiten. De staatssecretaris lijkt hier te zeggen dat ‘verhullen’ gelijk staat aan witwassen. Een nogal boude stelling, zeker wanneer verderop de koppeling gemaakt wordt met internationale structuren en vestigingsplaatsdiscussies.
‘Verhullen’ van vermogen is tegelijkertijd een andere term voor de bij de invoering van het UBO-register gevoerde discussie over anonimisering. Verhuld vermogen is niet per definitie verstopt voor of vanwege de Belastingdienst, er zijn ook andere factoren die keuzes beïnvloeden. De houding lijkt nu te worden dat een ieder die niet zijn hele hebben en houden zomaar wil overleggen, om welke reden dan ook, automatisch gezien wordt als een boef. Het onderscheid dat door de vorige staatssecretaris nog gemaakt wordt tussen belastingontduiking aan de ene en belastingontwijking aan de andere kant lijkt deze staatssecretaris niet meer scherp voor ogen te staan.
Vanaf september 2017 is een enorme hoeveelheid CRS-gegevens aan Nederland geleverd, waar precies de informatie in te vinden is die de Belastingdienst nodig heeft: wie is de UBO en hoeveel is het vermogen waard. Tot op heden lijken deze gegevens nog niet gebruikt te worden.
Facilitators: belastingadviseurs en advocaten
Uit deze brief spreekt opnieuw de afkeer voor belastingplichtigen die bijstand verleend krijgen van een advocaat of belastingadviseur. Deze zogenoemde facilitators, die opkomen voor de rechten die belastingplichtigen hebben, zorgen volgens de staatssecretaris enkel voor verdere juridisering en moeten hard aangepakt worden. Deze houding zorgt er in de praktijk veelvuldig voor dat het belastingplichtigen onmogelijk wordt gemaakt om rechtsbescherming te genieten. Een ieder die alleen al vragen stelt over de rechtmatigheid van de eisen van de Belastingdienst wordt hiermee gebrand als crimineel. Een zorgelijke ontwikkeling.