Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft zich in deze procedure inzake de (navorderings)aanslagen IB/PVV 2014 en 2015 onder meer beroepen op het ‘correctiebeleid’ weergegeven in r.o. 2.3 van de uitspraak van Hof Amsterdam van 28 mei 2020 (19/00631 t/m 19/00633, ECLI:NL:GHAMS:2020:1408, NLF 2020/1583, met noot van Van den Hoek): ‘het te hanteren bedrag bij een inkomenscorrectie bedraagt € 500’.

De navorderingsaanslag IB/PVV 2014 blijft beneden de bedragen waarbij volgens het correctiebeleid geen navordering plaatsvindt. Dit brengt – zoals de Inspecteur ter zitting van Hof Amsterdam ook heeft verklaard – mee dat de navorderingsaanslag moet worden vernietigd.

Met de Inspecteur is het Hof van oordeel dat het correctiebeleid niet zo moet worden uitgelegd dat het ertoe leidt dat correctie van de aangifte bij de uitspraak op bezwaar volledig moet worden teruggenomen in een geval als het onderhavige waarin het in het beleid genoemde bedrag van € 500 na bezwaar alleen daarom niet wordt overschreden omdat in de bezwaarfase meer, nieuwe of andere kosten dan in de aangifte worden geclaimd en in aftrek worden toegelaten.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
26 augustus 2020
Rolnummer
19/00821; 19/00822
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:2990
NLF-nummer
NLF 2020/2538
Aflevering
19 november 2020
bwbr0002320&artikel=16,bwbr0002320&artikel=16

Naar de bovenkant van de pagina