Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Bij beschikking van 25 februari 1997 is de WOZ-waarde van een woning voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 vastgesteld op fl. 206.000. Tegen deze beschikking was destijds geen bezwaar gemaakt.
Medio 2000 constateert de eigenaar betonrot op de begane grond. Daarom verzocht hij de gemeente om de beschikking opnieuw vast te stellen. De gemeente weigerde dat met een beroep op een niet-verschoonbare termijnoverschrijding.
Volgens het Hof was er sprake van een wel-verschoonbare termijnoverschrijding omdat de betonrot pas in 2000 was geconstateerd.
De Hoge Raad casseert dit. Het Hof had zijn beslissing gegrond op artikel 6:11 van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Dit artikel is echter niet bedoeld voor een geval als hier aan de orde. Artikel 6:11 ziet namelijk op gevallen waarin iemand niet in staat is geweest tegen een besluit tijdig een rechtsmiddel aan te wenden (zoals een ernstig ongeval, geestestoestand of dat iemand niet weet dat er een bezwaartermijn is gaan lopen etc.)
Een dergelijk geval zich hier echter niet voor. De eigenaar was namelijk wel in staat geweest om binnen de wettelijke bezwaartermijn tegen de waardebeschikking bezwaar te maken, maar heeft dat niet gedaan omdat hij hiervoor geen reden had.
Een nadien opgekomen reden kan niet bewerkstelligen dat een inmiddels plaats gehad hebbende niet-verschoonbare termijnoverschrijding alsnog verschoonbaar wordt, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1 januari 1997 tot en met 31 december 2000
Instantie
HR
Datum instantie
11 juni 2004
Rolnummer
39.009
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AP1368

Naar de bovenkant van de pagina