Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) zijn navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en 2015 opgelegd. Daarbij is het negatieve saldo belastbare inkomsten uit eigen woning van X en haar partner buiten aanmerking gebleven. De Inspecteur stelt dat wijziging van de onderlinge verdeling niet meer mogelijk is omdat de aan X en haar partner opgelegde aanslagen onherroepelijk vaststaan en de navorderingen zien op een ander onderdeel van het belastbaar inkomen uit werk en woning.

X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Den Haag overweegt dat op grond van artikel 2.17, lid 4, Wet IB 2001, de onderlinge verhouding kan worden gewijzigd tot het moment dat een (navorderings)aanslag onherroepelijk vaststaat. Dat deze mogelijkheid in het geval een navorderingsaanslag wordt opgelegd, beperkt zou zijn tot onderdelen van de navordering vindt geen steun in de wettekst en strookt ook niet met het karakter van de navorderingsaanslag.

Gelet hierop heeft de Inspecteur de verzochte wijziging in de toedeling van het saldo belastbare inkomsten uit eigen woning bij de vaststelling van het belastbaar inkomen uit werk en woning ten onrechte buiten aanmerking gelaten.

Het beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2014-2015
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
8 maart 2022
Rolnummer
21/487; 21/488
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:2337
NLF-nummer
NLF 2022/1509
Aflevering
4 augustus 2022
bwbr0011353&artikel=2.17&lid=4,bwbr0011353&artikel=2.17&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina