Direct naar content gaan

Samenvatting

X is horecaondernemer en houdt 100% van de aandelen in X bv. X is eigenaar van pand A. Het pand wordt verhuurd aan X bv. X is ook eigenaar van pand C dat eveneens wordt verhuurd aan X bv.

Y (drankenproducent) is eigenaar van pand B.

Na een taxatie van de panden A en B door een werknemer van Y, komen X en Y overeen dat de panden A en B worden geruild. Drankenproducent Y koopt pand A van X en verkoopt pand B aan X. Na de pandenruil worden nieuwe huurcontracten gesloten voor pand A, pand B en pand C. Y gaat pand A verhuren aan X bv, inclusief clausule verplichte afname van de dranken van Y en boeteclausule. X gaat pand B en pand C verhuren aan Y. Y verhuurt door aan X bv, onder toevoeging van clausule verplichte afname van dranken van Y en boeteclausule.

De huurcontracten tussen X en Y en tussen Y en X bv zijn bijna volledig gelijkluidend.

Vraag

Is bij X ten aanzien van de panden B en C de terbeschikkingstellingsregeling van artikel 3.92, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001 van toepassing?

Antwoord

Ja. Er is sprake van een terbeschikkingstelling in de zin van artikel 3.92, lid 1, onderdeel a, Wet IB 2001.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2023 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
24 oktober 2023
Rolnummer
KG:059:2023:2
Auteur(s)
mr. A.H.E. Bruin
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2023/2615
Aflevering
23 november 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB6085
bwbr0011353&artikel=3.92,bwbr0011353&artikel=3.92

Naar de bovenkant van de pagina