Direct naar content gaan

Samenvatting

Hof Den Haag heeft het beroep op gewekt vertrouwen dat X (belanghebbende) stelde te hebben ontleend aan een resolutie, verworpen op de enkele grond dat aan de belastingadministratie bij de uitvoering van de in deze toepasselijke bepalingen van de SW 1956 geen beleidsvrijheid toekomt.
Dit oordeel geeft volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting:
- Immers, onder omstandigheden kan een strikte toepassing van de wet, waaruit de belastingschuld rechtstreeks voortvloeit, in die mate in strijd komen met een of meer beginselen van behoorlijk bestuur, dat die toepassing achterwege dient te blijven.
- In het algemeen moet de vraag onder welke omstandigheden dit laatste zich voordoet van geval tot geval worden beantwoord door afweging van het beginsel dat de wet moet worden toegepast tegen een of meer in aanmerking komende beginselen van behoorlijk bestuur.
- Het is een beginsel van behoorlijk bestuur dat de administratie verwachtingen, die zij bij een belanghebbende ten aanzien van een door haar te volgen gedragslijn heeft opgewekt en waarop deze zich in redelijkheid tegenover haar mag beroepen, honoreert.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1968
Instantie
HR
Datum instantie
12 april 1978
Rolnummer
18.464
ECLI
ECLI:NL:HR:1978:AC2432
bwbr0002320&artikel=63

Naar de bovenkant van de pagina