Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze zaak heeft het Hof aan een BV geen schadevergoeding ex artikel 8:73 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegekend omdat er geen sprake was van een gegrond beroep. Dit oordeel is juist, beslist de Hoge Raad. Dit wordt bovendien niet anders als ervan wordt uitgegaan dat de Rechtbank ten onrechte de inspecteur niet op de voet van artikel 8:75 van de Awb heeft veroordeeld in de kosten van het beroep.
Voorts is in deze zaak aan de orde of de inspecteur kan worden veroordeeld tot een kostenvergoeding als hij niet tijdig uitspraak op bezwaar heeft gedaan, daartegen beroep is ingesteld en hij vervolgens alsnog uitspraak op bezwaar heeft gedaan.
De Rechtbank hoort alsdan in beginsel de inspecteur tot een kostenvergoeding te veroordelen (Hoge Raad 8 oktober 2004, nr. 38.440, LJN AR3504), aldus de Hoge Raad.
Nu er geen feiten zijn gesteld die reden zouden kunnen zijn om van deze hoofdregel af te wijken, moet de inspecteur alsnog 529 euro betalen als vergoeding voor beroepsmatig verleende bijstand.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1998
Instantie
HR
Datum instantie
30 november 2012
Rolnummer
12.01076
ECLI
ECLI:NL:HR:2012:BY4638
bwbid=bwbr0&artikel=8:73,bwbr0005537&artikel=8:75&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina