Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) omschrijft haar activiteiten als ‘fractional sailing’. Dat houdt in dat X op basis van een jaarabonnement tegen vergoeding zeiljachten ter beschikking stelt.

X huurt voor de jachten vaste ligplaatsen in twee jachthavens. De jachthavens hebben diverse faciliteiten waaronder toiletten, douches, water- en elektralevering voor aan boord, afvaldepots, groenvoorzieningen en parkeerplaatsen.

Voor Hof Den Haag was in geschil of de prestaties van X kunnen worden aangemerkt als het in tabel I, post b.3, Wet OB 1968 bedoelde ‘gelegenheid geven tot sportbeoefening’ en of zij daarom aan het verlaagde btw-tarief zijn onderworpen. Volgens het Hof is dat niet het geval.

Het Hof heeft daarbij vooropgesteld dat X jegens ieder van de abonnementhouders één enkele samengestelde prestatie verricht.

Naar het oordeel van het Hof komt de terbeschikkingstelling van een zeiljacht in combinatie met de mogelijkheid om gebruik te maken van de faciliteiten in de jachthaven, niet overeen met het Unierechtelijke begrip sportaccommodatie in post 14 van Bijlage III van Btw-richtlijn 2006. X heeft volgens het Hof niet aannemelijk gemaakt ‘dat in de sanitaire ruimten, op de aanlegplaats en op de parkeerplaats en tijdens het zeilklaar maken en de nazorg na het zeilen sport wordt beoefend’.

Het Hof heeft aan zijn oordeel ten overvloede toegevoegd dat het gebruik van een kajuitjacht niet in alle gevallen is aan te merken als sportbeoefening.

X heeft cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond. Het Hof is van een onjuiste rechtsopvatting over de reikwijdte van tabel I, post b.3, Wet OB 1968 uitgegaan.

Van het gelegenheid geven tot sportbeoefening als bedoeld in tabel I, post b.3, Wet OB 1968 kan ook sprake zijn wanneer het eigenlijke sporten geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op openbaar terrein, mits dit gepaard gaat met het ter beschikking stellen van een accommodatie die wordt gebruikt door de sporters met het oog op de voorbereiding voor het beoefenen van de sport en/of de afronding daarvan. De onderhavige jachthavens met de aldaar beschikbare faciliteiten en het gebruik ervan door de abonnementhouders voorafgaand aan en na het zeilen, voldoen aan deze criteria.

Voorts blijkt uit de vastgestelde feiten dat de kajuitjachten allemaal zeiljachten zijn. Naar van algemene bekendheid is, wordt van zeilers een niet te verwaarlozen lichamelijke activiteit gevergd, ook wanneer voor recreatieve doeleinden wordt gezeild. Het oordeel van het Hof dat de kajuitzeiljachten waarop de abonnementen zien, niet voor sportbeoefening worden gebruikt, geeft dan ook blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2019-2020
Instantie
HR
Datum instantie
14 juni 2024
Rolnummer
22/01928
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:854
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2024/1473
Aflevering
25 juni 2024
Judoregnummer
JCDI:NFB6462
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629&artikel=9

Naar de bovenkant van de pagina