Direct naar content gaan

Samenvatting

Deze zaak gaat in de kern om de vraag of sprake is van misbruik van recht als gevolg van het gebruikmaken van een structuur met een vennootschap op Jersey waardoor geen omzetbelasting verschuldigd is, terwijl er wel een aftrekrecht bestaat voor de vaste inrichting van X (belanghebbende) in Nederland. Het gaat hierbij om drie grote portefeuilles met kredieten van niet meer betalende kredietnemers. De werkzaamheden voor het innen van de schuldvorderingen vinden in Nederland plaats.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat sprake is van misbruik van recht, omdat sprake is van een zuiver kunstmatige constructie die er uitsluitend op is gericht om een belastingvoordeel te behalen. De contractuele bepalingen beantwoorden niet aan de economische en commerciële realiteit.

Omdat de Rechtbank tot het oordeel komt dat sprake is van misbruik van recht, dienen de transacties zo te worden geherdefinieerd dat de situatie wordt hersteld zoals zij zou zijn geweest zonder de transacties die dit misbruik vormen. In wezen dienen de transacties die het misbruik vormen buiten beschouwing te worden gelaten. Dit leidt ertoe dat X het recht op aftrek wordt ontzegd. Het beroep op het verdedigingsbeginsel wordt voorts verworpen.

De aan X opgelegde naheffingsaanslagen blijven in stand. De Rechtbank vernietigt wel de opgelegde boetes vanwege een pleitbaar standpunt. X kon en mocht redelijkerwijs menen dat in dit geval geen sprake was van misbruik van recht, ook al komt de Rechtbank tot een ander oordeel.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013-2018
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
20 december 2022
Rolnummer
20/5036; 20/5037; 20/5038; 20/5039; 20/5041; 20/5042; 20/5043
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:7071
Auteur(s)
dr. B. Willemsen LLM
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2023/0257
Aflevering
2 februari 2023
Judoregnummer
JCDI:NFB5573
bwbr0002320&artikel=67c,bwbr0002320&artikel=67c

Naar de bovenkant van de pagina