Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

De WOZ-waarde van een verzorgings-/verpleeghuis is voor het jaar 2017 vastgesteld op € 3.370.000.

X (bv; belanghebbende) staat een waarde voor van € 3.085.000. Daarnaast is X van mening dat de Heffingsambtenaar voor de OZB het tarief voor woningen had moeten toepassen.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de Heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van het object niet te hoog is vastgesteld.

Partijen verschillen van mening over de vraag of de gangen en trappenhuizen volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Volgens de Rechtbank is dat niet het geval omdat de gangen en trappenhuizen meer dan incidenteel gebruikt worden voor het verlenen van zorg aan de bewoners. De Heffingsambtenaar heeft de gangen en trappenhuizen op een juiste wijze gekwalificeerd. Uit het door de Heffingsambtenaar overgelegd taxatierapport volgt dat minder dan 70% van de waarde van het object kan worden toegerekend aan delen die tot woning dienen dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden, zodat het object niet in hoofdzaak tot woning dient als bedoeld in artikel 220a, lid 2, Gemw. De Heffingsambtenaar heeft bij de aanslag OZB terecht het tarief voor niet-woningen toegepast. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum instantie
15 maart 2018
Rolnummer
17/3941
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2018:994
NLF-nummer
NLF 2018/0794
Aflevering
5 april 2018
bwbr0005416&artikel=220a&lid=2,bwbr0005416&artikel=220a&lid=2,bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina