Samenvatting
In de huidige vastgoedmarkt worden veel transacties met nieuwbouwvastgoed gesloten op basis van forwardpurchase- of forwardfundingcontracten. Hierbij kan sprake zijn van zowel stenen- als aandelentransacties. Beide varianten hebben hun eigen fiscale aspecten. In deze bijdrage behandelt Dick Simonis de belangrijkste vennootschaps-, omzet- en overdrachtsbelastingaspecten van beide varianten aan de hand van een basisscenario. Centraal hierbij staat de fiscale positie van de koper.
NLF-W artikel
1. Inleiding
Bij transacties met nieuw te ontwikkelen vastgoed ziet men in de huidige markt steeds vaker forwardpurchase- en forwardfundingafspraken tussen verkoper en koper. In beide situaties wordt reeds in een vroeg stadium een koopovereenkomst gesloten voor een nog te ontwikkelen vastgoedobject. Bij forward funding neemt de koper, veelal een vastgoedbeleggingsfonds, hierbij voorts de rol van financier van het project op zich door de (uiteindelijke) koopsom in tranches (‘installments’) vooruit te betalen aan de verkoper.
In deze bijdrage onderzoek ik de Nederlandse fiscale aspecten van forwardpurchase- en forwardfundingcontracten bij zowel ‘stenen’- als aandelentransacties met nieuwbouwvastgoed. Centraal hierbij staat de fiscale positie van de koper. Hierbij behandel ik de voor de fiscale praktijk meest relevante belastingmiddelen: vennootschapsbelasting, omzetbelasting (hierna: ‘btw’) en overdrachtsbelasting.