Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft in het jaar 2000 samen met zijn echtgenote een koop/aannemingsovereenkomst gesloten voor de bouw van een vrijstaande woning met zonnepanelen. De gemachtigde van X heeft in juli 2019 een btw-aangifte ingediend waarin een bedrag van € 10.083 aan btw is teruggevraagd. De teruggevraagde btw ziet op de zonnepanelen (€ 2.486) en de totale bouwkosten (€ 7.596). De gevraagde teruggaaf is bij beschikking van 21 november 2019 verleend. De btw die ziet op de bouwkosten is met een naheffingsaanslag d.d. 30 maart 2020 nageheven.

X heeft beroep ingesteld.

Rechtbank Noord-Nederland behandelt in het kader van een efficiënte geschilbeslechting eerst het beroep van X op het vertrouwensbeginsel. Dit beroep slaagt. X heeft in de btw-aangifte alle relevant informatie gegeven. Voorts is de teruggaafbeschikking geruime tijd na indiening van de aangifte gegeven en werd (ook) voorafgaand aan het arrest van de Hoge Raad van 27 september 2019 (18/00087, ECLI:NL:HR:2019:1438) (en daarna) in de fiscale vakliteratuur een discussie gevoerd over de aftrek van btw inzake bouwkosten van woningen, wanneer daarop zonnepanelen werden geplaatst.

X mocht er volgens de Rechtbank redelijkerwijs van uitgaan dat de Inspecteur (bewust) positief had beslist op zijn verzoek om teruggaaf van btw die ziet op de bouwkosten. De Rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het impliciete standpunt van de Inspecteur niet overduidelijk in strijd is met de toen geldende wet- en regelgeving. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
19 oktober 2021
Rolnummer
20/2911
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2021:4489
NLF-nummer
NLF 2021/2142
Aflevering
11 november 2021

Naar de bovenkant van de pagina