Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Voor een nieuwe kabinetsploeg is de periode 2024-2028 van belang. Plannen van politieke partijen worden voor de duur van dit tijdvak beoordeeld, zoals in de vorige week door het Centraal Planbureau (CPB) gepubliceerde doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. Partijen moesten daarbij met de billetjes bloot. De afdronk: een fiscaal nivelleringsfeestje ligt in het verschiet. 

De linkse kompanen PvdA en GroenLinks zetten voorspelbaar in op herinvoering van het toptarief in box 1 van 60% en op het opplussen van het tarief in box 3 naar 49%. Opmerkelijk genoeg doen ook VVD en D66 mee aan deze extra inkomensherverdeling. Eerstgenoemde verlaagt de inkomensgrens van het toptarief met ruim € 15.000 en de andere ‘liberalen’ pogen het tarief van box 2 op 36% te krijgen.

Op dit punt is de doorrekening positief: het geeft duidelijkheid over voorgestelde maatregelen. Verder is het fiscaal gezien een grote verwarringshow. De rekenmeesters focussen zich namelijk op het zogeheten ‘basispad’. Bij de uitgaven gaat het bij het basispad om de totale uitgavenwijziging in de komende kabinetsperiode, waarop partijen dan een verandering willen aanbrengen met meer of minder uitgaven. Dat is wel duidelijk voor iedereen. 

Aan de belastingkant is daarentegen het labyrint weer eens opgezet. Het basispad is daar niet de wijziging van de totale belastingontvangst (inclusief de verplichte sociale premies), maar de beleidsmatige lastenontwikkeling, waarop dan de wijzigingen van partijen worden losgelaten. 

De beleidsmatige lastenontwikkeling is een in de vorige eeuw door de studiegroep begrotingsruimte verzonnen parameter om de budgettaire gevolgen van belastingwetwijzigingen te isoleren van de automatische fluctuaties van de belastingontvangsten. En vooral om wetswijzigingen financieel te bevriezen in het inkomenstenkader. Mijn eerdere stelling: dit systeem is funest voor de handelingsruimte van democratisch gekozen volksvertegenwoordigers. Erger is dat deze inperking ook zo is bedoeld.

Het probleem is dat elke belastingwijziging vanaf de invoering een beleidsmutatie is, of zou moeten zijn. Deze komt immers niet uit de lucht vallen. In werkelijkheid is dat echter niet zo. Zo zijn indexaties en sommige wijzigingen uitgezonderd. Cruciale vraag is bovendien tot wanneer een wijziging een beleidsmutatie is en vanaf welk moment deze transformeert in een automatische mutatie. Alleen een clubje Haagse insiders weet het antwoord.

Waar hebben we het nu over? Gedurende de aankomende kabinetsperiode (2024-2028) stijgen de collectieve lasten met ruim € 75 miljard tot € 478 miljard. Het kost trouwens wat moeite deze bedragen te achterhalen. In de vuistdikke doorrekening staat hierover gek genoeg niets. Enfin, men heeft bedacht dat er € 6,8 miljard beleidsmutaties zijn, wat dan het basispad is. Het andere deel van de stijging is het gevolg van economische ontwikkelingen, uitvoeringsaspecten, handhavingskeuzes, ramingsfouten en heel veel andere toestanden. Niemand maalt om dit restant, hoewel dat met € 68,2 miljard maar liefst 91% van de totale lastenstijging betreft. De focus ligt maniakaal op de relatief geringe beleidsmutatie.

Fiscale voorstellen van partijen worden vervolgens langs het heilige basispad gelegd. Voor kiezers is het daarmee moeilijk om wijzigingen te plaatsen. SGP blijft bijvoorbeeld nagenoeg op het basispad zitten, terwijl JA21 het hele basispad verlaagt. In de presentatie lijken zij erg uit elkaar te zitten. In werkelijkheid valt dat reuze mee. SGP koerst voor 2028 op een lastendruk van € 478 miljard en JA21 op € 472 miljard. Een verschil van niets.

De doorrekening van het CPB zet voor belastingen een geïsoleerd budgettair beeld neer. Het doet geen recht aan de door kiezers ervaren werkelijkheid. Als het komende kabinet fiscaal op de handjes gaat zitten, krijgen burgers en bedrijven sowieso een lastenstijging van € 75 miljard voor de kiezen. Dat uitgangspunt wordt straal genegeerd. De doorrekening is voor de fiscaliteit misleidend. Kiezers verdienen een duidelijkere voorstelling van zaken.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/41
Publicatiedatum
14 november 2023

Naar de bovenkant van de pagina