Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De activiteiten van de eenmanszaak van X (belanghebbende) bestaan uit het al dan niet in opdracht ontwikkelen van ideeën en producten op het vlak van elektrisch vervoer.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de werkzaamheden die X in het jaar 2015 heeft verricht een bron van inkomen vormen. Tussen partijen is niet in geschil dat bij bevestigende beantwoording van deze vraag de belastbare winst uit onderneming, overeenkomstig de aangifte, op € 8.085 (negatief) gesteld dient te worden en X aanspraak kan maken op de zelfstandigenaftrek.

In casu zijn in de jaren 2010 tot en met 2019 verliezen geleden.

Hof Den Bosch komt tot het oordeel dat in 2015 geen sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Dat in de jaren 2020 en 2021 een beperkt positief resultaat is behaald, leidt niet tot een ander oordeel.

Het hoger beroep is ongegrond.

De Hoge Raad heeft op 23 juni 2023 het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (21/04528)

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
26 oktober 2022
Rolnummer
21/00825
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2022:3790
NLF-nummer
NLF 2023/0557
Aflevering
16 maart 2023

Naar de bovenkant van de pagina