Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Politieke column

Burgers gaan aanstaande woensdag 22 november naar de stembus. Zouden fiscale overwegingen daarbij door hun hoofd spoken? In de campagne en de onderliggende programma’s ging het nogal eens over belastingen. Politieke partijen kietelen de eigen doelgroep. Bedrijven zijn daarentegen de pineut. Tsja, bedrijven hebben geen stemrecht, zo plat is het helaas.

Burgers betalen nauwelijks belasting. Er drukken wel belastingen op burgers, maar de rekening daarvan krijgen zij relatief zelden gepresenteerd. In Nederland betalen bedrijven en organisaties volgens cijfers van de Belastingdienst namelijk 99,25% van de belastingen en sociale premies (zorgpremies laat ik hier even achterwege). Denk maar mee: de supermarkt regelt de btw op boodschappen, de notaris zet de overdrachtsbelasting door en werkgevers dragen loonheffing af. Onze belastinginning is gestoeld op onbezoldigde hulp van het bedrijfsleven en andere organisaties.

Burgers betalen dus zelf slechts 0,75% van de totale belasting. Voorbeelden zijn de incidentele schenk- en erfbelasting en de vrij eenvoudige motorrijtuigenbelasting (tenzij de leasemaatschappij daar weer tussen zit). Meest zichtbaar is echter de inkomstenbelasting. Burgers moeten hiervoor jaarlijks aangifte doen. Dat aantal aangiftes kruipt inmiddels al richting de 12 miljoen. Per jaar. Elk jaar weer. Wat een circus is dat zeg. 

Voor de al veelgeplaagde Belastingdienst is het een logistieke megaklus. Meer dan 2.200 medewerkers ploeteren in het reguliere heffings- en invorderingsproces. Zonde van de inspanning, lijkt mij. Veel burgers krijgen aan de andere kant, ondanks de beschikbare hulpmiddelen, buikpijn van de jaarlijkse aangifte. De verkorte en vooringevulde aangiftes zijn weliswaar prettige verbeteringen, maar het gedoe blijft. De buikpijn ook.

Het medicijn is simpel: zet voor zoveel mogelijk burgers een streep door de verplichting van een jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting. Alleen in uitzonderlijke situaties geldt dan nog een aangifteplicht. Maak de aangifte inkomstenbelasting niet de regel, maar de uitzondering. Wie met deze insteek naar het huidige belastingstelsel kijkt, zou hele andere wijzigingsvoorstellen doen dan de nu voorliggende. De huidige mantra is: pas wat oude regeltjes aan en voer lukraak nieuwe regeltjes in. Samenhang? De infantiele bouwstenenstapelaars kijken daar niet naar.

Om zoveel mogelijk burgers uit de IB-aangifte te kunnen knikkeren, is een samenhangend pakket aan verschillende maatregelen in verschillende belastingmiddelen nodig. Waar ik zoal aan denk? De inhouding van loonheffing perfectioneren, zodat deze voorheffing in de praktijk vooral als eindheffing fungeert. Hiervoor moet er meer variëteit komen in de loonheffingstabellen, waarin specifieke regelingen (kortingen, aftrekposten) worden geïntegreerd. De loonheffingsverklaring wordt wat uitgebreider. Een inhoudingsplichtige kan dan met meer elementen rekening houden.

De IB-tariefstructuur ‘strakker’ maken, helpt in dit verband natuurlijk ook. Een zuivere vlaktaks tot een bepaald inkomen optimaliseert de inzet van een finale loonheffing, zeker bij de afstemming tussen verschillende inhoudingsplichtigen. Met nieuwe bron- en voorheffingen voor inkomensbestanddelen buiten dienstbetrekking en in de vermogenssfeer, en met aanpassing van bestaande voorheffingen, ontstaat minder noodzaak voor een IB-aangifte. Simpel voorbeeld: stel de inhouding dividendbelasting bij een directeur-grootaandeelhouder exact gelijk aan het (progressieve) tarief in box 2. En tot slot: maak aftrekposten netto, verreken belastingvoordelen bij derden (bank, zorgverzekeraar of anbi) en defiscaliseer waar mogelijk.

De inkomstenbelasting krijgt in de uitvoering aldus een modulaire vorm. In een tijd waarin er volgens de bewierookte Studiegroep Begrotingsruimte weinig budgettaire ruimte voor lastenverlichting is, kun je met het creëren van een minder omvangrijk en minder massaal aangifteproces toch een serieuze wijziging van het belastingstelsel doorvoeren. Heel veel burgers hebben daar direct profijt van. En de Belastingdienst trouwens ook.

Het bedrijfsleven en andere organisaties betalen al nagenoeg alle belastingen in Nederland. Ik zou zeggen: dat kan dan ook wel 100% worden. Het is een kleine stap voor bedrijven. Voor veel burgers én voor de Belastingdienst is het een hele grote sprong voorwaarts.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Auteur(s)
mr. dr. M.P.A. Spanjers
Columnist
NLF-nummer
NLF-P 2023/42
Publicatiedatum
23 november 2023

Naar de bovenkant van de pagina