Samenvatting
De dragende motiveringen die ooit ten grondslag lagen aan de landbouwvrijstelling, hebben hun gelding verloren. De uitkomst van een binnenkort te verwachten evaluatie van de landbouwvrijstelling lijkt op voorhand duidelijk. Indien tot afschaffing zou worden besloten, dient dit volgens Ruud van den Dool gepaard te gaan met een ruimhartig en duurzaam overgangsbeleid. Dit aspect is volgens hem des te belangrijker nu de sector zich in een transitie bevindt en daarvoor belangrijke investeringen moeten worden gedaan. Mocht de vrijstelling toch worden gecontinueerd, zou deze ook moeten gelden voor ab-voordelen die toerekenbaar zijn aan kwalificerende gronden. Ook verdient het dan aanbeveling de landbouwvrijstelling van toepassing te verklaren op het resultaat uit overige werkzaamheid.