Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(13)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

In een KB-Lux-zaak had het Hof in een tussenuitspraak geoordeeld dat het de inspecteur niet vrijstond om te weigeren het zogenaamde draaiboek en de nieuwsbrieven van de Belastingdienst integraal over te leggen. De tussenuitspraak is gedaan door de negende enkelvoudige belastingkamer van het Hof, terwijl de zaak aanvankelijk in behandeling is genomen, en na de tussenuitspraak ook is afgedaan, door de vierde meervoudige belastingkamer. Volgens de staatssecretaris mocht de negende enkelvoudige belastingkamer niet oordelen over de weigering van de inspecteur de stukken over te leggen. Dit recht is volgens hem voorbehouden aan de vierde meervoudige belastingkamer. De Hoge Raad geeft hem echter geen gelijk. De Algemene wet bestuursrecht (AWB) verzet zich niet ertegen dat een kamer de zaak verwijst naar een andere kamer. Indien voor dat laatste wordt gekozen, dient echter de waarborg in acht genomen te worden die verbonden is aan de gang van zaken die de wetgever zich als de normale heeft voorgesteld, te weten dat de kamer die de beslissing neemt als bedoeld in het derde lid van artikel 8:29 AWB, kennis neemt van het gehele procesdossier. Zonder het gehele procesdossier is het immers niet goed mogelijk de vraag te beoordelen of weigering dan wel beperking van kennisneming van stukken en/of inlichtingen gerechtvaardigd is, aangezien in dat kader een afweging dient plaats te vinden van de betrokken belangen, waaronder de belangen die een rol spelen in de hoofdzaak. Nu in cassatie wordt geklaagd dat de enkelvoudige kamer geen kennis heeft genomen van het gehele procesdossier, en uit ’s Hofs uitspraak, uit de tussenuitspraak, noch uit de stukken van het geding van het tegendeel blijkt, kan de tussenuitspraak niet in stand blijven. Hetzelfde moet gelden voor de einduitspraak, voor zover deze in cassatie is bestreden, nu deze in zoverre voortbouwt op de tussenuitspraak, aldus de Hoge Raad. De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
1990-1991
Instantie
HR
Datum instantie
10 augustus 2007
Rolnummer
42.715
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:BA0582
bwbid=bwbr0&artikel=8:29

Naar de bovenkant van de pagina