Product voor katten tegen vlooien en teken is voor douanerechten geen geneesmiddel
undefined, 10 maart 2021
Samenvatting
Samohýl (Tsjechië) heeft een geschil met het Tsjechische douanekantoor over bindende tariefinlichtingen die zijn verstrekt voor een product dat bestaat uit een voor katten bestemde oplossing die lokaal op de huid (spot-on) met pipetten (0,5 ml) moet worden aangebracht en die de werkzame stof fipronil (50 mg per pipet) alsmede oplosmiddelen – zoals butylhydroxyanisol E320, butylhydroxytolueen E321, benzylalcohol en diethyleenglycolmonoethylether – bevat. Het product is bedoeld voor de behandeling van besmettingen met vlooien en teken. Voor dit product was een vergunning verstrekt om als diergeneesmiddel in de handel te worden gebracht. Het douanekantoor heeft het product ingedeeld als insectendodend middel (tariefpost 3808 van de GN) terwijl Samohýl indeling als geneesmiddel verlangt (tariefpost 3400 van de GN; vrijstelling van douanerechten). De verwijzende rechter heeft aan het HvJ verzocht om hierover duidelijkheid te verschaffen.
Het HvJ verklaart voor recht dat het product, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, als insectendodend middel onder tariefpost 3808 van de GN valt.
BRON
Voorlopige editie
ARREST VAN HET HOF (Negende kamer)
10 maart 2021 (*)
„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefposten 3004 en 3808 – Uitlegging – Verordening (EG) nr. 455/2007 – Spot-on oplossing voor katten tegen vlooien en teken – Therapeutische of profylactische werking”
In zaak C‑941/19,
betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Krajský soud v Ostravě (rechter in eerste aanleg Ostrava, Tsjechië) bij beslissing van 13 december 2019, ingekomen bij het Hof op 27 december 2019, in de procedure
Samohýl group a.s.
tegen
Generální ředitelství cel,
wijst
HET HOF (Negende kamer),
samengesteld als volgt: N. Piçarra (rapporteur), kamerpresident, D. Šváby en K. Jürimäe, rechters,
advocaat-generaal: G. Hogan,
griffier: A. Calot Escobar,
gezien de stukken,
gelet op de opmerkingen van:
- de Tsjechische regering, vertegenwoordigd door M. Smolek, J. Vláčil en O. Serdula als gemachtigden,
- de Europese Commissie, vertegenwoordigd door J. Hradil en M. Salyková als gemachtigden,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
Arrest
1 Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van tariefposten 3004 en 3808 van de gecombineerde nomenclatuur, die staat in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1), in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014 (PB 2014, L 312, blz. 1; hierna: „GN”).
2 Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Samohýl group a.s. (hierna: „Samohýl”) en de Generální ředitelství cel (directoraat-generaal Douane, Tsjechië) over bindende tariefinlichtingen (hierna: „bti’s”) die zijn verstrekt voor het product „Bob Martin Clear 50 mg – spot-on oplossing voor katten”.
Toepasselijke bepalingen
GN
3 De tariefindeling van in de Europese Unie ingevoerde goederen wordt geregeld door de GN, die is gebaseerd op het geharmoniseerde systeem (hierna: „GS”) inzake de omschrijving en codering van goederen dat in het kader van de Werelddouaneorganisatie (WDO) is vastgesteld bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen. Dit verdrag is met het daarbij behorende wijzigingsprotocol van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB 1987, L 198, blz. 1.
4 In de GN zijn de posten en onderverdelingen van het GS tot zes cijfers overgenomen. Enkel het zevende en het achtste cijfer vormen eigen onderverdelingen van de GN.
5 Krachtens artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2658/87 stelt de Europese Commissie jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de GN met het daarbij behorende tarief van de douanerechten, zoals die uit de door de Raad van de Europese Unie of de Commissie vastgestelde bepalingen voortvloeit. Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar.
6 Blijkens de stukken waarover het Hof beschikt is de versie van de GN die van toepassing is op de feiten in het hoofdgeding, de GN voor 2015, die is vastgesteld bij verordening nr. 1101/2014.
7 In titel I van het eerste deel van de GN, dat de algemene regels bevat, wordt in afdeling A, met het opschrift „Algemene regels voor de interpretatie van de [GN]”, bepaald:
„Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen:
1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.
[...]
3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:
a) de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;
b) mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;
[...]
[...]
6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen [...]. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”
8 Het tweede deel van de GN, met het opschrift „Tabel van de rechten”, is onderverdeeld in 21 afdelingen. Afdeling VI van dit deel, „Producten van de chemische en van de aanverwante industrieën”, bevat een hoofdstuk 30, „Farmaceutische producten”, waarvan de aanvullende aantekening luidt als volgt:
„Tot post 3004 behoren plantaardige geneeskrachtige bereidingen en bereidingen op basis van de volgende actieve bestanddelen: vitaminen, mineralen, essentiële aminozuren of vetzuren, opgemaakt voor de verkoop in het klein. Deze preparaten worden onder post 3004 ingedeeld, indien op het etiket, op de verpakking of in de bijsluiter de volgende aanwijzingen zijn vermeld:
a) de ziekten, aandoeningen of symptomen waartegen zij moeten worden gebruikt;
b) de concentratie van de actieve stof of de stoffen die zij bevatten;
c) de dosering; en
d) de wijze van gebruik.
Tot deze post behoren eveneens homeopathische geneeskrachtige bereidingen, indien zij aan de vorenstaande voorwaarden onder a), c) en d) voldoen.
In geval van bereidingen op basis van vitaminen, mineralen, essentiële aminozuren of vetzuren, dient het gehalte aan ten minste een van deze stoffen per op het etiket aangegeven aanbevolen dagelijkse dosis aanzienlijk hoger te zijn dan de voor het behoud van de algemene gezondheid of het welzijn aanbevolen dagelijkse hoeveelheid.”
9 Hoofdstuk 30 van de GN omvat onder meer de volgende post en onderverdeling:
GN-code |
Omschrijving |
Conventioneel douanerecht (%) |
Bijzondere maatstaf |
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
3004 |
Geneesmiddelen (andere dan producten bedoeld bij de posten 3002, 3005 en 3006), bestaande uit al dan niet vermengde producten voor therapeutisch of profylactisch gebruik, in afgemeten hoeveelheden (ook die in de vorm van systemen voor gereguleerde toediening door de huid), dan wel opgemaakt voor de verkoop in het klein |
|
|
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
3004 90 00 |
– andere |
vrij |
– |
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
10 De toelichtingen op de GN (PB 2015, C 76, blz. 1), die zijn vastgesteld op grond van artikel 9, lid 1, van verordening nr. 2658/87, bepalen in het deel betreffende hoofdstuk 30 van deze nomenclatuur, onder het kopje „Algemene opmerkingen”, dat „[d]e beschrijving van een product als geneesmiddel in wetgeving van de Europese Unie (andere dan wetgeving met betrekking tot de indeling in de gecombineerde nomenclatuur), in nationale wetgeving van een lidstaat of in een farmacopee, [...] niet doorslaggevend [is] voor de indeling in dit hoofdstuk”.
11 Hoofdstuk 38, dat ook deel uitmaakt van afdeling VI van het tweede deel van de GN en als opschrift „Diverse producten van de chemische industrie” heeft, bepaalt in aantekening 1:
„Dit hoofdstuk omvat niet:
a) geïsoleerde chemisch welbepaalde verbindingen andere dan de hierna genoemde:
[...]
2) insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, desinfecteermiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in de in post 3808 omschreven vormen of verpakkingen;
[...]
d) geneesmiddelen (post 3003 of 3004);
[...]”
12 Dit hoofdstuk omvat onder meer de volgende post en de volgende onderverdelingen:
GN‑code |
Omschrijving |
Conventioneel douanerecht (%) |
Bijzondere maatstaf |
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
3808 |
Insectendodende middelen, rattenbestrijdingsmiddelen, schimmelwerende middelen, onkruidbestrijdingsmiddelen, middelen om het kiemen tegen te gaan, middelen om de plantengroei te regelen, desinfecteermiddelen en dergelijke producten, opgemaakt in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein, dan wel voorkomend als bereidingen of in de vorm van artikelen zoals zwavelbanden, zwavellonten, zwavelkaarsen en vliegenvangers |
|
|
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
3808 91 |
– – insectendodende middelen: |
|
|
3808 91 10 |
– – – op basis van pyretroïden |
6 |
— |
3808 91 20 |
– – – op basis van gechloreerde koolwaterstoffen |
6 |
— |
3808 91 30 |
– – – op basis van carbamaten |
6 |
— |
3808 91 40 |
– – – op basis van organische fosforverbindingen |
6 |
— |
3808 91 90 |
– – – andere |
6 |
— |
[...] |
[...] |
[...] |
[...] |
GS-toelichtingen
13 De GS-toelichtingen op post 3808, waarnaar de GN-toelichtingen op de onderverdelingen 3808 91 10 tot en met 3808 91 90 verwijzen, luiden:
„[...]
Deze post omvat een geheel van producten (andere dan geneesmiddelen voor mensen of dieren in de zin van de posten 3003 en 3004) die zijn ontwikkeld voor het verdelgen van ziektekiemen, insecten (muggen, motten, coloradokevers, kakkerlakken, etc.), mossen en schimmels, onkruid, knaagdieren, vogels, etc.; onder deze post vallen ook producten die zijn bestemd om parasieten af te stoten of die dienen voor de ontsmetting van zaden.
[...]
De producten van post 3808 kunnen als volgt worden onderverdeeld:
I) Insectendodende middelen
Onder insectendodende middelen worden niet alleen producten verstaan die zijn ontwikkeld om insecten te doden, maar ook producten die een afwerend of aantrekkend effect hebben op insecten. De producten komen voor in verschillende vormen, zoals sprays of blokjes (om motten te verdelgen), oliën en geurstaafjes (tegen muggen), poeder (tegen mieren), strips (tegen vliegen), diatomiet of met cyanogeen geïmpregneerd karton (tegen vlooien en luizen).
[...]
Deze post omvat ook producten ter bestrijding van mijten (acariciden), weekdieren, nematoden (nematociden), knaagdieren (knaagdierbestrijdingsmiddelen), vogels (aviciden) en andere schadelijke dieren (producten voor de bestrijding van lampreien, roofdieren, etc.).
[...]”
14 De GS-toelichtingen op post 3004 sluiten onder e), „insectendodende middelen, ontsmettingsmiddelen, etc. van post 3808 die niet worden aangeboden voor profylactisch gebruik in de menselijke geneeskunde of de diergeneeskunde” van die post uit.
Verordening nr. 455/2007
15 Artikel 1 van verordening (EG) nr. 455/2007 van de Commissie van 25 april 2007 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (PB 2007, L 109, blz. 1) luidt:
„De goederen omschreven in kolom 1 van de in de bijlage opgenomen tabel worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de corresponderende GN-codes vermeld in kolom 2 van voornoemde tabel.”
16 De in de bijlage bij die verordening opgenomen tabel ziet eruit als volgt:
Omschrijving |
Indeling (GN‑code) |
Motivering |
(1) |
(2) |
(3) |
1. Een bereiding in de vorm van een alcoholische oplossing in pipetten die voor de verkoop in het klein wordt aangeboden. De samenstelling is als volgt: – fipronil (ISO) 10 g – butylhydroxyanisool (BHA, E 320) 0,02 g – butylhydroxytolueen (BHT, E 321) | 0,01 g – de vereiste hoeveelheid oplosmiddel tot 100 ml De bereiding, die een insecticide en een acaricide werking heeft tegen parasieten zoals vlooien, teken en luizen, is bestemd voor uitwendig gebruik bij huisdieren (honden en katten). [...] |
3808 91 90 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3, onder a) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN‑codes 3808, 3808 91 en 3808 91 90. Zie ook de GS-toelichting op post 3808 en op de onderverdelingen 3808 91 tot en met 3808 99. De bereiding kan niet worden aangemerkt als een therapeutische of profylactische bereiding in de zin van post 3004. |
Hoofdgeding en prejudiciële vraag
17 Samohýl heeft op 27 mei 2015 een bti-aanvraag ingediend met betrekking tot de indeling van het product „Bob Martin Clear 50 mg – spot-on oplossing voor katten” (hierna: „betrokken product”). Zij verzocht dat dit product zou worden ingedeeld onder tariefpostonderverdeling 3004 90 00 van de GN, die voorziet in een vrijstelling van douanerechten.
18 Voor dit product was een vergunning verstrekt om als diergeneesmiddel in de handel te worden gebracht. Het is bestemd voor katten, wordt op de huid aangebracht en is bedoeld voor de behandeling van besmettingen met vlooien, die binnen 24 uur na het aanbrengen worden gedood, en met teken, die binnen 48 uur of binnen een week na aanbrengen worden gedood. Het wordt geleverd in pipetten van 0,5 ml, die elk 50 mg van de werkzame stof fipronil bevatten alsmede de oplosmiddelen butylhydroxyanisool E 320, butylhydroxytolueen E 321, benzylalcohol en di‑ethyleenglycolmono‑ethylether.
19 Volgens het document „Kenmerken van het product”, waarnaar de verwijzende rechter verwijst, behoort het betrokken product tot de farmacotherapeutische groep van „lokaal aan te brengen middelen tegen ectoparasieten”. Fipronil wordt daarin beschreven als een insecticide (vlooiendodend middel) en een acaricide (mijten- en tekendodend middel).
20 Op 24 juni 2015 heeft de Celní úřad pro Olomoucký kraj (douanekantoor voor de regio Olomouc, Tsjechië; hierna: „douanekantoor”) een bti verstrekt waarbij het betrokken product werd ingedeeld als insectendodend middel onder postonderverdeling 3808 91 90 van de GN, onder analoge toepassing van verordening nr. 455/2007. Het douanekantoor was van oordeel dat de door Samohýl verlangde indeling van dit product onder postonderverdeling 3004 90 00 van de GN niet kon worden aanvaard, omdat het geen geneesmiddel in de zin van tariefpost 3004 van de GN betrof.
21 Nadat het tegen dit besluit ingestelde bezwaar op 17 augustus 2015 was afgewezen door de Generální ředitelství cel, heeft Samohýl beroep ingesteld bij de verwijzende rechter, die bij uitspraak van 16 mei 2017 het besluit op bezwaar van 17 augustus 2015 nietig heeft verklaard en de zaak heeft terugverwezen naar de Generální ředitelství cel.
22 Op 17 mei 2018 heeft het douanekantoor een nieuwe bti afgegeven, waarbij het betrokken product opnieuw als insectendodend middel onder GN-postonderverdeling 3808 91 90 werd ingedeeld. Het tegen dit besluit ingestelde bezwaar werd op 11 september 2018 afgewezen door de Generální ředitelství cel.
23 Samohýl heeft vervolgens bij de verwijzende rechter beroep ingesteld tegen het afwijzende besluit, en gesteld dat de uitkomst van het geding afhangt van de tariefindeling van producten die de werkzame stof fipronil bevatten. Zij heeft uiteengezet dat toen zij het douanekantoor had verzocht om indeling van het product „Moxiclear 400 + 100 mg”, dat bestemd is voor honden die gevaar lopen voor of lijden onder gemengde infecties door endo- en ectoparasieten en dat vergelijkbaar zou zijn met het in casu aan de orde zijnde product, dit product wel werd ingedeeld onder GN-postonderverdeling 3004 90 00, zonder onderzoek van de profylactische en therapeutische werking ervan.
24 De verwijzende rechter preciseert dat het geding ten gronde betrekking heeft op de vraag of het betrokken product, gelet op de douanewetgeving, kan worden gedefinieerd als „geneesmiddel”. Hij verwijst naar de door Samohýl overgelegde „adviezen van de Franse instituten voor diergeneeskunde (Ecole nationale vétérinaire te Toulouse en Lyon en Laboratoire de parasitologie et mycologie medicale te Lyon)” uit de jaren 2008‑2009, waaruit blijkt dat het betrokken product een generiek geneesmiddel is dat identiek is aan het product Frontline en wordt vervaardigd sinds het aflopen van de octrooiperiode van laatstgenoemd product. Frontline heeft dezelfde samenstelling en dezelfde gebruiksindicaties als het betrokken product en is op dezelfde wijze in de handel gebracht als diergeneesmiddel. Deze rechter merkt ten eerste op dat de werkzame stof van Frontline, net zoals die van het betrokken product, fipronil is, en ten tweede dat Frontline een therapeutische en preventieve werking heeft in die zin dat het besmettingen met ectoparasieten tegengaat door deze parasieten te doden. Hij merkt tevens op dat in Frankrijk voor goederen met de handelsnaam Frontline bti’s zijn afgegeven waarin al die goederen onder verwijzing naar verordening nr. 455/2007 van de Commissie zijn ingedeeld onder tariefpost 3808 van de GN.
25 De verwijzende rechter stelt vast dat uit onomstreden bewijsstukken blijkt dat het betrokken product een profylactische werking heeft, wat wil zeggen dat het ertoe dient om te voorkomen dat er vlooien en teken op het dier komen en om ziekten te voorkomen die worden veroorzaakt door beten van die parasieten. Hij voegt hieraan toe dat het zonder de aanvankelijke eliminatie van deze parasieten niet mogelijk zou zijn om de secundaire symptomen van de besmetting met parasieten te behandelen. Hij leidt hieruit af dat dit product niet als insecticide moet worden ingedeeld onder tariefpost 3808 van de GN, maar moet worden ingedeeld onder tariefpost 3004, meer in het bijzonder als geneesmiddel onder GN-postonderverdeling 3004 90 00.
26 Daarop heeft de Krajský soud v Ostravě (rechter in eerste aanleg Ostrava, Tsjechië) de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vraag:
„Moet het goed met de naam ‚Bob Martin Clear 50 mg – spot-on oplossing voor katten’, dat verkrijgbaar is in pipetten (0,5 ml) en de werkzame stof fipronil (50 mg per pipet) alsmede de oplosmiddelen butylhydroxyanisool E 320, butylhydroxytolueen E 321, benzylalcohol en di‑ethyleenglycolmono‑ethylether bevat, worden ingedeeld onder tariefpost 3004 of onder tariefpost 3808 van de [GN]?”
Beantwoording van de prejudiciële vraag
27 Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of de GN aldus moet worden uitgelegd dat een product dat bestaat uit een voor katten bestemde oplossing die lokaal op de huid (spot-on) met pipetten (0,5 ml) moet worden aangebracht en die de werkzame stof fipronil (50 mg per pipet) alsmede oplosmiddelen – zoals butylhydroxyanisool E 320, butylhydroxytolueen E 321, benzylalcohol en di‑ethyleenglycolmono‑ethylether – bevat, als geneesmiddel onder tariefpost 3004 van die nomenclatuur dan wel als insectendodend middel onder tariefpost 3808 valt.
28 Allereerst moet in herinnering worden gebracht dat wanneer het Hof een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, het tot taak heeft de nationale rechters de criteria aan te reiken aan de hand waarvan zij de betrokken producten correct in de GN kunnen indelen, en niet zozeer om zelf deze indeling te verrichten. De kwalificatie van de betrokken goederen vloeit immers voorts uit een zuiver feitelijke vaststelling, die in het kader van een prejudiciële verwijzing niet dient te worden verricht door het Hof (arrest van 15 mei 2019, Korado, C‑306/18, EU:C:2019:414, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak, en beschikking van 3 december 2020, Siebenburgisches Nugat, C‑99/20, niet gepubliceerd, EU:C:2020:993, punt 25 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
29 Voorts moet volgens vaste rechtspraak het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen – in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle – in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-post en van de toelichtingen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven [zie met name arresten van 12 juli 2012, TNT Freight Management (Amsterdam), C‑291/11, EU:C:2012:459, punt 30; 19 december 2019, Amoena, C‑677/18, EU:C:2019:1142, punt 40, en 26 maart 2020, Pfizer Consumer Healthcare, C‑182/19, EU:C:2020:243, punt 37].
30 Ten slotte heeft het Hof herhaaldelijk geoordeeld dat de toelichtingen op de GN en het GS weliswaar geen bindende kracht hebben, maar wel van belang zijn om een uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief te waarborgen en als zodanig waardevolle gegevens bevatten voor de uitlegging daarvan (zie met name arrest van 15 mei 2019, Korado, C‑306/18, EU:C:2019:414, punt 35 en aldaar aangehaalde rechtspraak, en beschikking van 3 december 2020, Siebenburgisches Nugat, C‑99/20, niet gepubliceerd, EU:C:2020:993, punt 28 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
31 Wat in de eerste plaats tariefpost 3004 van de GN betreft, moet in herinnering worden gebracht, ten eerste, dat voor de indeling van producten onder hoofdstuk 30 van de GN, waar die tariefpost onderdeel van uitmaakt, moet worden onderzocht of deze producten nauwkeurig omschreven therapeutische en profylactische eigenschappen hebben, waarvan de werking zich op welbepaalde functies van het organisme van het dier richt, of kunnen worden gebruikt ter voorkoming of behandeling van een ziekte of een aandoening. Ten tweede kan een product onder GN-hoofdstuk 30 worden ingedeeld indien het wegens de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan naar zijn aard voor medisch gebruik bestemd is (zie in die zin arrest van 30 april 2014, Nutricia, C‑267/13, EU:C:2014:277, punten 20 en 21 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
32 In casu blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat het betrokken product bestemd is voor de vernietiging van parasieten, namelijk vlooien en teken, bij katten. Het wordt lokaal op de huid (spot-on) aangebracht. De werkzame stof van dit product, fipronil, wordt bij katten in geringe mate geabsorbeerd. Overeenkomstig het document „Kenmerken van het product” behoort het betrokken product tot de farmacotherapeutische groep van „lokaal aan te brengen middelen tegen ectoparasieten”. Dit document beschrijft fipronil voorts als een insecticide en acaricide met een GABA-inhiberende werking, hetgeen leidt tot een ongecoördineerde werking van het zenuwstelsel van insecten en mijten en tot hun dood.
33 De verwijzende rechter merkt op dat het betrokken product een preventieve werking kan hebben tegen ziekten die verband houden met de aanwezigheid van vlooien en teken op het lichaam van katten. Hij preciseert evenwel dat dit product geen therapeutische werking heeft, maar leidt tot de initiële vernietiging van parasieten, die nodig is om de secundaire symptomen van de besmetting met die parasieten te kunnen behandelen.
34 In dit verband benadrukt de Commissie dat de werkzame stof van het betrokken product, fipronil, uitwendig werkzaam is op het dier, door enkel uitwendige parasieten, die dragers van verschillende ziekten kunnen zijn, te doden.
35 De preventieve werking ten aanzien van de verschillende infecties die door parasieten kunnen worden overgedragen, is dus ondergeschikt aan de insecticide en acaricide werking van het betrokken product. Deze preventieve werking mag dan ook niet worden verward met de therapeutische of profylactische werking die kenmerkend is voor de producten van tariefpost 3004 van de GN.
36 Met betrekking tot het door Samohýl voor de verwijzende rechter aangevoerde argument dat het product „Moxiclear 400 + 100 mg” als geneesmiddel onder tariefpost 3004 van de GN is ingedeeld, blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat het product „Moxiclear 400 + 100 mg” de werkzame stoffen imidacloprid en moxidectine bevat, maar geen fipronil, en dat het bestemd is voor honden die lijden aan gemengde interne of externe infecties door parasieten of die zijn blootgesteld aan het risico van dergelijke infecties. In haar schriftelijke opmerkingen preciseert de Commissie dat de werkzame stof moxidectine door de huid van het dier wordt opgenomen en, eenmaal opgenomen, in het hele organisme vrijkomt, waar het werkzaam is tegen talrijke interne parasieten, met name die welke het bloedstelsel, het spijsverteringsstelsel of de longen aantasten.
37 In die omstandigheden staat het aan de verwijzende rechter om na te gaan of, zoals de Tsjechische regering en de Commissie aanvoeren, het betrokken product niet kan worden geacht nauwkeurig omschreven therapeutische of profylactische eigenschappen te hebben waarvan de werking zich op welbepaalde functies van het organisme van het dier richt in de zin van de in punt 31 van het onderhavige arrest aangehaalde rechtspraak.
38 Dienaangaande dient ten eerste in herinnering te worden gebracht dat volgens de GS-toelichtingen op tariefpost 3004 van deze tariefpost zijn uitgesloten: insectendodende middelen, ontsmettingsmiddelen en andere preparaten die onder tariefpost 3808 vallen en niet worden aangeboden voor profylactisch gebruik in de menselijke geneeskunde of de diergeneeskunde. Ten tweede heeft het Hof reeds geoordeeld dat het feit dat voor een product in de lidstaten waar dit wordt verhandeld een vergunning is afgegeven om als geneesmiddel in de handel te worden gebracht, niet bepalend is voor de indeling van dat product onder hoofdstuk 30 van de GN (zie in die zin arrest van 15 december 2016, LEK, C‑700/15, EU:C:2016:959, punt 36 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
39 In de tweede plaats dient betreffende GN-post 3808 te worden opgemerkt dat krachtens artikel 1 van verordening nr. 455/2007 de in punt 1 van kolom 1 van de tabel in de bijlage bij die verordening omschreven bereiding in de vorm van een alcoholische oplossing in pipetten die voor de verkoop in het klein wordt aangeboden, samengesteld uit 10 g fipronil (ISO), 0,02 g butylhydroxyanisool (BHA, E 320), 0,01 g butylhydroxytolueen (BHT, E 321) en de vereiste hoeveelheid oplosmiddel tot 100 ml, wordt ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 3808 91 90. Dat punt 1 preciseert voorts dat deze bereiding, die een insecticide en een acaricide werking heeft tegen parasieten zoals vlooien, teken en luizen, bestemd is voor uitwendig gebruik bij huisdieren, te weten bij honden en katten.
40 In dit verband dient in herinnering te worden gebracht dat een indelingsverordening een algemene strekking heeft, daar zij niet voor één bepaalde marktdeelnemer geldt, maar van toepassing is op alle producten die identiek zijn aan het product dat door het Comité douanewetboek is onderzocht. De toepassing, naar analogie, van een indelingsverordening, zoals verordening nr. 455/2007, op producten die vergelijkbaar zijn met die waarop deze verordening betrekking heeft, bevordert een coherente uitlegging van de GN en de gelijke behandeling van ondernemers (zie in die zin arrest van 4 maart 2015, Nutricia, Oliver Medical, C‑547/13, EU:C:2015:139, punten 55 en 57 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
41 In casu blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat het betrokken product dezelfde concentratie van de werkzame stof fipronil bevat als de bereiding bedoeld in punt 1 van kolom 1 van de in de bijlage bij verordening nr. 455/2007 opgenomen tabel. Het bevat ook de oplosmiddelen butylhydroxyanisool en butylhydroxytolueen. Het betrokken product is dus qua samenstelling vergelijkbaar met voornoemde bereiding.
42 Deze beoordeling vindt steun in de motivering van verordening nr. 455/2007, waarmee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van de werkingssfeer van deze verordening (zie in die zin arrest van 19 december 2019, Amoena, C‑677/18, EU:C:2019:1142, punt 31 en aldaar aangehaalde rechtspraak).
43 Om te beginnen volgt immers uit kolom 3 van de in de bijlage bij verordening nr. 455/2007 opgenomen tabel dat de indeling van de in punt 1 van kolom 1 van die tabel omschreven bereiding onder meer is vastgesteld op basis van „de tekst van de GN-codes 3808, 3808 91 en 3808 91 90”. Laatstgenoemde onderverdeling omvat „andere” „insectendodende middelen” dan die op basis van pyretroïden, gechloreerde koolwaterstoffen, carbamaten of organische fosforverbindingen. Vervolgens wordt er verwezen naar de „GS‑toelichting op post 3808 en op de onderverdelingen 3808 91 tot en met 3808 99”, waarin wordt gepreciseerd dat onder insectendodende middelen de producten moeten worden verstaan die zijn ontwikkeld om insecten te doden en dat deze producten in verschillende vormen voorkomen. Ten slotte wordt in die motivering aangegeven dat „[de in punt 1 van kolom 1 van de in de bijlage bij verordening nr. 455/2007 opgenomen tabel bedoelde] bereiding [niet kan] worden aangemerkt als een therapeutische of profylactische bereiding in de zin van post 3004”.
44 De redenen waarom de in punt 1 van kolom 1 van de tabel in de bijlage bij verordening nr. 455/2007 omschreven bereiding is ingedeeld onder GN‑postonderverdeling 3808 91 90, gelden eveneens voor het betrokken product. Onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter lijkt dit product immers – in identieke verhoudingen – dezelfde werkzame stof te bevatten als die welke deel uitmaakt van de samenstelling van die bereiding, alsook dezelfde oplosmiddelen. Bovendien blijkt uit de verwijzingsbeslissing dat het betrokken product dezelfde werking heeft en op dezelfde manier wordt gebruikt als deze bereiding. Het heeft immers een insecticide en een acaricide werking tegen parasieten zoals vlooien en teken en wordt uitwendig en lokaal aangebracht bij huisdieren, te weten bij katten.
45 Gelet op voorgaande overwegingen moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat een product dat bestaat uit een voor katten bestemde oplossing die lokaal op de huid (spot-on) met pipetten (0,5 ml) moet worden aangebracht en die de werkzame stof fipronil (50 mg per pipet) alsmede oplosmiddelen – zoals butylhydroxyanisool E 320, butylhydroxytolueen E 321, benzylalcohol en di‑ethyleenglycolmono‑ethylether – bevat, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, als „insectendodend middel” onder tariefpost 3808 van die nomenclatuur valt.
Kosten
46 Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Het Hof (Negende kamer) verklaart voor recht:
De gecombineerde nomenclatuur, die staat in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) nr. 1101/2014 van de Commissie van 16 oktober 2014, moet aldus worden uitgelegd dat een product dat bestaat uit een voor katten bestemde oplossing die lokaal op de huid (spot-on) met pipetten (0,5 ml) moet worden aangebracht en die de werkzame stof fipronil (50 mg per pipet) alsmede oplosmiddelen – zoals butylhydroxyanisool E 320, butylhydroxytolueen E 321, benzylalcohol en di‑ethyleenglycolmono‑ethylether – bevat, onder voorbehoud van de beoordeling door de verwijzende rechter van alle feitelijke gegevens waarover hij beschikt, als „insectendodend middel” onder tariefpost 3808 van die nomenclatuur valt.
ondertekeningen
* Procestaal: Tsjechisch.