Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Een op 1 mei 1986 gepensioneerde man heeft tot 5 september 2003 in België gewoond en is toen naar Nederland verhuisd. Hij geniet jaarlijks een pensioen van 124.156 euro.
Een gedeelte van zijn pensioen is in de US opgebouwd toen hij daar werkzaam was. Aldaar is enerzijds de werkgeversbijdrage voor zijn pensioenaanspraken tot zijn loon gerekend en is anderzijds zijn eigen bijdrage niet op zijn loon in mindering gekomen.
In België is van zijn pensioen slechts de rentecomponent ad 3% als inkomsten uit roerende goederen en kapitalen belast.
Krachtens het Besluit van 6 augustus 2002, nr. CPP2002784M, wordt van iemand die in Nederland een pensioen geniet dat of waarvan een gedeelte zonder enige fiscale faciliteit is opgebouwd, het niet gefacilieerde pensioen(gedeelte) pas belast als het daarvoor opgeofferde bedrag wordt overschreden.
In het geval van deze gepensioneerde bedroeg het totaal van de Amerikaanse werkgeversbijdragen en de in de US niet afgetrokken eigen pensioenbijdrage 209.759 euro. Over het Amerikaanse deel van zijn pensioen wenste hij pas belasting te gaan betalen wanneer het totale in Nederland genoten Amerikaanse pensioen dat bedrag zou hebben overschreden. Het Hof volgt hem daarin niet. De gepensioneerde heeft het voor het Amerikaanse pensioen opgeofferde bedrag namelijk al in België belastingvrij genoten.
Tegen dit oordeel heeft de man cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad bevestigt echter het oordeel van het Hof. Nu het voor pensioen opgeofferde bedrag al in België belastingvrij is genoten, is er geen sprake van een economisch dubbele heffing.
Het cassatieberoep van de man wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
HR
Datum instantie
9 juli 2010
Rolnummer
09.03825
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BN0635
bwbid=bwbr0&artikel=11

Naar de bovenkant van de pagina