Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(77)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op basis van een microfiche is een man geidentificeerd als houder van een KB-Lux-bankrekening.
Voor de jaren 2002 en 2003 heeft de inspecteur op grond van het vermoedelijke houderschap ex artikel 47 AWR verzocht om nadere gegevens te verstrekken over deze rekening.
De man heeft dat echter geweigerd, waarop de inspecteur de aanslagen heeft geschat.
Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat de inspecteur op grond van het vermoedelijke houderschap bevoegd was om inlichtingen te vragen en dat het niet verstrekken daarvan de omkering van de bewijslast tot gevolg heeft (artikel 27e AWR).
Dit oordeel wordt in cassatie door de Hoge Raad bevestigd.
Voor de bevoegdheid van een inspecteur tot het stellen van vragen op de voet van artikel 47 AWR is niet vereist dat als vaststaand kan worden aangenomen dat de man in de desbetreffende jaren nog over de rekening beschikte, maar is een redelijk vermoeden ter zake voldoende.
Dan is in deze zaak nog het volgende aan de orde: De inspecteur had zich bij het Hof op interne compensatie beroepen, maar het Hof had dit beroep niet behandeld.
Dat is onjuist, oordeelt de Hoge Raad. Het beroep is weliswaar pas voor het eerst bij het Hof aan de orde geweest, maar de man heeft de gelegenheid gehad om hierop te reageren. Onder deze omstandigheden is er geen sprake van strijd met een goede procesorde.
Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2002 -2003
Instantie
HR
Datum instantie
1 november 2013
Rolnummer
12/02792
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:1017
27e&g=2013-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=47

Naar de bovenkant van de pagina