Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is eigenaar van een complex. Het gaat om een centrum voor bezinning, vorming en ontspanning, bestaande uit meerdere gebouwen gelegen op vijf kadastrale percelen van in totaal 170.485 m2.

In geschil is de waarde van het complex per 1 januari 2019. De waarde is vastgesteld op € 1.551.000. Volgens X heeft de Heffingsambtenaar het woongedeelte van het gebouw genaamd ‘de villa’ ten onrechte meegenomen in de afbakening van het WOZ-object en daarmee een te hoge waarde toegekend aan het complex. Zij bepleit een waarde van € 867.000.

Rechtbank Gelderland volgt het standpunt van X dat de Heffingsambtenaar het object te groot heeft afgebakend. De Rechtbank maakt gebruik van haar bevoegdheid om het object juist (kleiner) af te bakenen en stelt de waarde van het complex vast zonder twee woondelen van de villa van 295 m2.

Bij de waardering van de resterende objectonderdelen is de Heffingsambtenaar ten onrechte uitgegaan van het archetype ‘gezinsvervangend tehuis’. Er is geen sprake van permanente bewoning. Het door X voorgestane archetype ‘recreatie’ ligt meer voor de hand, gelet op de wijze waarop het complex wordt gebruikt. Aangezien beide partijen de bepleite waarde niet aannemelijk maken, stelt de Rechtbank de waarde van het complex op de waardepeildatum in goede justitie vast op € 1.200.000.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
12 augustus 2022
Rolnummer
20/5260
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:4700
NLF-nummer
NLF 2022/1697
Aflevering
1 september 2022
bwbr0007119&artikel=17,bwbr0007119&artikel=17

Naar de bovenkant van de pagina