Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een inwoner van de gemeente Hilversum bewoont een woonark die is gelegen in een haven die eigenlijk niet bedoeld is voor permanente bewoning op vaste ligplaatsen. Niettemin wordt dit wel door de gemeente gedoogt. De inwoner en andere woonarkbezitters willen de ontstane situatie graag legaliseren en zijn hierover in overleg met de gemeente. Hangende dit overleg legt de gemeente een aanslag precariobelasting op ter zake van het “boven gemeentegrond ligplaats innemen met zijn woonark.” De inwoner is het daar niet mee eens en beroept zich op de in de belastingverordening opgenomen vrijstelling indien er sprake is van een gedoogsituatie. Het Hof gaf hem echter geen gelijk. De Hoge Raad doet dat wel. De afspraak tussen de gemeente en de eigenaren dat een concept gebruiksregeling zou worden voorgelegd brengt mee dat er een verhouding is ontstaan die beheerst wordt door de eisen van redelijkheid en billijkheid. Die eisen verzetten zich ertegen dat een gemeente, hangende het vervolgoverleg, optreedt tegen de aanwezigheid van de woonarken, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2002
Instantie
HR
Datum instantie
14 september 2007
Rolnummer
41.467
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:BB3437

Naar de bovenkant van de pagina