Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een heffingsambtenaar van de gemeente Zwolle wilde in een procedure over de WOZ-waarde van een groot aantal onroerende zaken ter zitting bij het Hof een lijst met verkoopgegevens voordragen maar dit stond het Hof niet toe. Het achtte dit in strijd met een goede procesorde omdat de ambtenaar niet eerder van de mogelijkheid gebruik had gemaakt om de cijfers te overleggen. Daar kwam bij dat de ambtenaar niet bereid was om mede op basis van deze cijfers te proberen alsnog een compromis te bereiken met de woningbouwvereniging die zich hiertoe wel bereid had verklaard. Voor wat betreft de waarde besliste het Hof dat de ambtenaar niet kon volstaan met te betogen dat de door de woningbouwvereniging gehanteerde waarderingsmethode onjuist was. De waarden werden daarop door het Hof verminderd conform het standpunt van de woningbouwvereniging.
In cassatie betoogt Zwolle dat de directeur van de woningbouwvereniging niet bevoegd was om beroep in te stellen en de vereniging bij het Hof te vertegenwoordigen. Dit betoog kan echter niet tot cassatie leiden. Het Hof heeft de bevoegdheid van de directeur namelijk in het midden gelaten en slechts overwogen dat er geen aanleiding bestaat de woningbouwvereniging in haar beroep niet-ontvankelijk te verklaren omdat deze de instelling van het beroep namens haar door de directeur heeft bekrachtigd. Ook de opvatting van Zwolle dat een door een onbevoegde vertegenwoordiger verrichte handeling niet kan worden bekrachtigd door een vertegenwoordiger die eerst na het instellen van het beroep bevoegd is geworden faalt omdat die opvatting onjuist is, aldus de Hoge Raad.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
1997 - 2000
Instantie
HR
Datum instantie
17 september 2004
Rolnummer
38.468
ECLI
ECLI:NL:HR:2004:AR2310

Naar de bovenkant van de pagina