Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een verzorgingstehuis in de gemeente Leeuwarden bevat 232 appartementen, en daarnaast zes ziekenkamers en een gemeenschappelijk restaurant. Elk appartement is afsluitbaar en heeft een eigen douchegelegenheid en toilet. De keuken ervan bevat onder meer een koelkast, waterkoker, koffiezetapparaat en een warmhoudplaatje. In elk appartement is een aparte slaapkamer. Alle bewoners van de appartementen krijgen in enigerlei mate de benodigde verzorging. Bij het opleggen van de aanslag onroerende zaakbelasting 2001 gaat Leeuwarden ervan uit dat de onroerende zaak niet "in hoofdzaak tot woning dient" in de zin van artikel 220f, lid 2, van de Gemeentewet (in de voor het jaar 2001 geldende tekst), en is mitsdien het tarief voor niet-woningen toegepast, dat hoger is dan het tarief voor woningen. Het Hof oordeelde dat de onroerende zaak in hoofdzaak tot woning dient en daarom werd de aanslag dienovereenkomstig verminderd. Tegen dit oordeel stelde Leeuwarden cassatieberoep in. Volgens de Hoge Raad is het niet duidelijk waarom het Hof heeft geoordeeld dat het verzorgingstehuis in hoofdzaak tot woning dient en is de uitspraak daarom onvoldoende met redenen omkleed. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat het onjuist is dat indien in het kader van de Wet WOZ en de Financiële Verhoudingswet is bepaald dat een onroerende zaak als een niet-woning moet worden aangemerkt, deze classificatie ook gehanteerd dient te worden bij de heffing van de belastingen die op de Wet WOZ zijn gebaseerd. Verder oordeelt de Hoge Raad dat de opvatting van Leeuwarden onjuist is dat het ontbreken van een eigen kookvoorziening in een verzorgingstehuis ertoe leidt dat de appartementen niet tot woning kunnen dienen dan wel volledig dienstbaar kunnen zijn aan woondoeleinden. Tenslotte oordeelt de Hoge Raad dat de opvatting van Leeuwarden onjuist is dat de verzorgingsfunctie zou uitsluiten dat delen van de onroerende zaak niet tot woning kunnen dienen dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. De zaak is verwezen. Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HR
Datum instantie
16 november 2007
Rolnummer
40.606
ECLI
ECLI:NL:HR:2007:AZ8976
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8976

Naar de bovenkant van de pagina