Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(23)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het Hof heeft in deze zaak gelast dat de inspecteur aan een belastingplichtige het door hem ter zake van de instelling van het hoger beroep betaalde griffierecht ad 107 euro moet vergoeden, ofschoon het Hof het (principale) hoger beroep van de belastingplichtige ongegrond heeft verklaard. De Staatssecretaris is het daar niet mee eens en is in cassatie gegaan.
De Hoge Raad gaat ervan uit dat het Hof zijn beslissing betrekking tot het toekennen van de vergoeding van griffierecht heeft gebaseerd op artikel 27p, lid 1 van de AWR en niet op het tweede lid van dat artikel omdat niet blijkt van feiten of omstandigheden die hiertoe aanleiding zouden kunnen geven.
In artikel 27p, lid 1 AWR is voorgeschreven dat een uitspraak waarbij het gerechtshof de uitspraak van de rechtbank vernietigt, tevens inhoudt dat aan de indiener van het beroepschrift het door hem betaalde griffierecht wordt vergoed. De onderhavige uitspraak van de Rechtbank is echter vernietigd uitsluitend op gronden die door de inspecteur in zijn incidentele hoger beroep zijn aangevoerd en dus niet op door de belastingplichtige aangedragen - of door het Hof ambtshalve bijgebrachte - gronden. Volgens de Hoge Raad is dat in strijd met de strekking van artikel 27p, lid 1 AWR. Het cassatieberoep van de staatssecretaris wordt gegrond verklaard. Conform A-G IJzerman.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2005
Instantie
HR
Datum instantie
15 april 2011
Rolnummer
10/00692
ECLI
ECLI:NL:HR:2011:BP6600
ECLI:NL:PHR:2011:BP6600
bwbid=bwbr0&artikel=27p

Naar de bovenkant van de pagina