Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De commanditaire vennootschap X (belanghebbende) heeft een winkelcentrum gekocht dat, op zichzelf beschouwd, een vermogensbelegging vormt.
Volgens de Hoge Raad heeft Hof Den Bosch terecht vooropgesteld dat in het algemeen het al dan niet behoren van enig vermogensbestanddeel tot het vermogen van een onderneming afhankelijk is van de wil van een belastingplichtige en hij daarbij vrij is, mits hij daarbij niet de grenzen van de redelijkheid overschrijdt.
Echter, het oordeel van het Hof dat de enkele omstandigheid dat de aankoop en de exploitatie van een winkelcentrum passen binnen de doelstelling van X, brengt niet zonder meer mee dat het X vrijstond het winkelcentrum tot het ondernemingsvermogen te rekenen.
De zaak is verwezen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1977
Instantie
HR
Datum instantie
29 augustus 1984
Rolnummer
22.329
ECLI
ECLI:NL:HR:1984:AW8456

Naar de bovenkant van de pagina