Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

In deze procedure is in geschil of de aandelenfusiefaciliteit in de zin van artikel 14b Wet IB 1964 terecht is onthouden bij de vervreemding van aandelen in een BV.
Na verwijzing door de Hoge Raad (nr. 10/00601, ECLI:NL:HR:2011:BU8090) is Hof Amsterdam ervan uitgegaan dat sprake is van soortaandelen en dat de belanghebbende (Z) aandelen heeft vervreemd die tot een aanmerkelijk belang behoorden.
Z heeft tegen dit oordeel tevergeefs cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad acht het uitgangspunt van het verwijzingshof juist.
In het cassatieberoep betoogt Z verder dat de inspecteur die de navorderingsaanslag heeft opgelegd, daartoe niet bevoegd was.
De Hoge Raad verwerpt dit betoog door te verwijzen naar onderdelen (6.7 tot en met 6.10) van de conclusie van A-G Niessen.
Ook verder verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep ongegrond en verwijst daarbij naar het op dezelfde dag uitgesproken arrest met zaak nr. 13/05027.
Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
5 juni 2015
Rolnummer
13/05026
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:1464
bwbr0002320&artikel=3&lid=1,bwbr0002320&artikel=3&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina