Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Mevrouw van Hilten-van der Heijden was in 1988 vanuit Nederland naar België geëmigreerd en in 1991 van daaruit naar Zwitserland waar zij op 22 november 1997 kwam te overlijden. Omdat zij Nederlandse was en binnen 10 jaar na haar emigratie was overleden werd zij op grond van artikel 3, lid 1 SW geacht ten tijde van haar overlijden in Nederland te wonen en werden haar erfgenamen met Nederlands successierecht belast. Anders dan het Bossche hof acht A-G Léger deze Nederlandse regeling niet in strijd met artikel 73 B, lid 1 EG-verdrag (thans artikel 56, lid 1 EG). Ook ten aanzien van Zwitserland geldt het EG-recht op vrijheid van kapitaalverkeer, maar die vrijheid vindt hij niet geschonden. De emigratie is namelijk niet met kapitaalverkeer gepaard gegaan. Pas bij de vererving is er sprake van kapitaalverkeer. Mede omdat geëmigreerden niet anders worden behandeld dan mensen die in Nederland zijn blijven wonen ziet hij geen schending van de vrijheid van kapitaalverkeer. Om diezelfde reden acht hij ook de vrijheid van personenverkeer niet geschonden. Volgens de A-G mag Nederland eigen onderdanen anders behandelen dan niet onderdanen.
30 juni 2005 zaak C-513/03

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
1997
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
30 juni 2005
Rolnummer
C-513/03
ECLI
ECLI:EU:C:2006:131

Naar de bovenkant van de pagina