Direct naar content gaan

Samenvatting

Verdachte (een 49-jarige vrouw) en haar partner (medeverdachte) hebben gedurende acht jaren door hen ontvangen dividenden niet opgegeven bij het doen van de aangiften IB/PVV. Zij hebben geen melding gemaakt van betrokkenheid bij buitenlandse entiteiten, een trustfonds en een buitenlandse bankrekening. De vrouw en haar partner hebben opzettelijk een constructie opgezet van buitenlandse entiteiten, waardoor zij buiten beeld van de Belastingdienst konden komen en blijven. Daardoor hebben zij minder inkomstenbelasting betaald dan zij verschuldigd waren. Op deze manier hebben zij misbruik gemaakt van het vertrouwen en het beginsel van solidariteit waarop het belastingstelsel is gestoeld en waar de samenleving, in het kader van algemeen maatschappelijk belang en een behoorlijk functioneren van het financieel-economisch stelsel, op moet kunnen rekenen.

Rechtbank Overijssel oordeelt al met al dat de vrouw schuldig is bevonden aan het opzettelijk, meermalen medeplegen van het doen van onjuiste en/of onvolledige aangiften IB/PVV met als doel een lagere belastingafdracht.

Verder stelt de Rechtbank vast dat de vrouw ter terechtzitting geen enkele vorm van zelfreflectie heeft getoond. Zij wordt veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 125 uur.

Metadata

Rubriek(en)
Strafrecht
Belastingtijdvak
2007 t/m 2014
Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum instantie
16 maart 2023
Rolnummer
08-996159-18
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2023:998
NLF-nummer
NLF 2023/0731
Aflevering
30 maart 2023
bwbr0002320&artikel=68,bwbr0002320&artikel=68,bwbr0002320&artikel=69,bwbr0002320&artikel=69

Naar de bovenkant van de pagina