Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) en zijn echtgenote zijn in juli 2011 vanuit Canada naar Aruba verhuisd en hebben daarbij een gebruikte auto meegenomen en ingevoerd. De auto stond vanaf het moment van aanschaf (oktober 2010) tot begin mei 2011 in een opslag in Canada en is eind juli 2011 verscheept naar Aruba. In geschil is of de verhuisboedelvrijstelling geldt voor de invoer van de auto en meer specifiek of is voldaan aan de voorwaarde dat X de auto ten minste zes maanden vóór de datum waarop hij zijn normale verblijfplaats in Canada heeft opgegeven, in die plaats heeft gebruikt.

Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba (GHvJ) heeft geoordeeld dat X niet voldoet aan de vereisten voor toepassing van de verhuisboedelvrijstelling.

X heeft tegen de uitspraak van het GHvJ cassatieberoep ingesteld bij de Hoge Raad. Deze mogelijkheid bestaat pas sinds 1 januari 2016. Dit is de eerste belastingzaak van het GHvJ die is geselecteerd voor het nemen van een conclusie.

A-G Ettema bespreekt in deze conclusie, naast de lokale rechtspraak, de douanewetgeving van de Europese Unie, de Nederlandse belastingwetgeving en de rechtspraak waarin het begrip ‘gebruikt’ een rol speelt. Daaruit volgt dat op verschillende manieren uitleg kan worden gegeven aan dat begrip. De A-G komt tot de conclusie dat het oordeel van het GHvJ niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en ook voldoende is gemotiveerd.

Conclusie: het cassatieberoep van X is ongegrond.

Recentelijk wees de Hoge Raad voor het eerst een arrest in een Caribische belastingzaak en thans is ook de eerste Caribische belastingzaak bekend waar een A-G een conclusie neemt. Sinds 1 juli 2016 is het mogelijk beroep in cassatie in het stellen bij de Hoge Raad tegen uitspraken in belastingzaken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (‘GHvJ’). Deze mogelijkheid was onderdeel van een meeromvattende wijziging van het gedateerde fiscale procesrecht in de Caribische delen van het Koninkrijk. Voorheen was de Raad van Beroep voor Belastingzaken (‘RvBB’) de eerste en enige instantie waar fiscale beroepszaken werden behandeld; dus zonder mogelijkheid om hoger beroep of cassatie in te stellen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Landsverordening Beroep in Belastingzaken (‘LBB’) op 1 januari 2015 is hier, althans voor wat Aruba betreft, een einde aan gekomen en is de bevoegdheid om te oordelen over belastingzaken vanaf die datum overgedragen aan het Gerecht in eerste aanleg (‘GEA’). Deze bevoegdheidskwestie is overigens een saillant detail in deze zaak; in maart 2015 besliste de RvBB in deze kwestie, nadat het in 2014 de zaak nog inhoudelijk had behandeld. De uitspraak had echter (na 1 januari 2015) als gevolg van de inwerkingtreding van de LBB door het GEA moeten worden gedaan; niet door de RvBB. Door middel van een hersteluitspraak is dit hersteld.  

De inhoudelijke kant van de zaak betreft de toepassing en reikwijdte van de Arubaanse inboedelvrijstelling voor auto’s, als onderdeel van de verhuisboedel. Het is niet de eerste keer dat hierover lokaal wordt geprocedeerd; de A-G heeft dan ook gedegen onderzoek verricht en alle bekende, maar ook minder bekende en lastig te vinden rechtspraak van de RvBB hierover in de conclusie meegenomen. Centraal staat de vraag of een ingevoerde auto is ‘gebruikt’ in de zin van van het toepasselijke Arubaanse vrijstellingenbesluit. Hiervan is thans, op basis van de tekst van de nieuwe bepaling, sprake indien het voertuig ten minste zes maanden voordat een belanghebbende zijn normale verblijfplaats overbrengt naar Aruba, bij hem in de vroegere normale verblijfplaats in bezit, in eigendom en in gebruik was. In oudere rechtspraak overwoog de RvBB dat door het feit dat betrekkelijk weinig kilometers zijn gereden met de betreffende auto, er geen sprake is van gebruik in de zin van de vrijstellingsbepaling. Maar juist daar zit een lastigheid: de toelichting op het nieuwe vrijstellingenbesluit bepaalt namelijk dat van gebruikte goederen sprake is indien de goederen ‘sporen van gebruik’ vertonen. De auto waar het om gaat is weliswaar betrekkelijk weinig gebruikt, maar is wel degelijk gebruikt.

Metadata

Rubriek(en)
Heffingen Caribisch Koninkrijk
Belastingtijdvak
2011
Instantie
A-G
Datum instantie
5 december 2017
Rolnummer
17/00785
ECLI
ECLI:NL:PHR:2017:1350
Auteur(s)
mr. J. Adeler
YellowTree Tax
NLF-nummer
NLF 2018/0040
Aflevering
4 januari 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1075

Naar de bovenkant van de pagina