Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een erfgenaam stelt dat de waarde van een ge毛rfde woning op het tijdstip van overlijden van erflaatster nihil was omdat de woning op dat moment in brand stond. Een woning in verbrande staat heeft geen waarde omdat een huis, waarin iemand tijdens een brand is overleden, niet verkoopbaar is aan particulieren en de woning niet verkocht mag worden aan handelaren, aldus de erfgenaam. De Rechtbank is echter van oordeel dat deze stelling niet kan worden gevolgd. De erfgenaam gaat er namelijk ten onrechte aan voorbij dat rekening moet worden gehouden met het feit dat de brandweer heeft voorkomen dat aan de woning in het geheel geen waarde meer zou kunnen worden toegekend. Verder was ten tijde van het overlijden voorzienbaar dat de aangerichte schade zou worden hersteld zodat met dit feit bij het vaststellen van de waarde rekening moet worden gehouden. Vast staat dat de waarde van de woning v贸贸r de brand 287.000 euro bedroeg en dat de schade als gevolg van de brand door de verzekeringsmaatschappij is gewaardeerd op 99.509 euro. De Rechtbank overweegt dat ten aanzien van de waarde van de woning weliswaar een waardedrukkend effect kan uitgaan van de omstandigheid dat erflaatster tijdens de brand in de woning is overleden maar dat potenti毛le kopers daartegenover betekenis toekennen aan het feit dat de woning na de brand volledig is hersteld en in goede staat verkeerde. In 2004 is immers gebleken dat de inmiddels herstelde woning voor een prijs van 377.500 euro is verkocht. De Rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de inspecteur, door uit te gaan van een waarde van de woning van 120.500 euro, deze waarde niet tot een te hoog bedrag in aanmerking heeft genomen. De aanslag is daarom terecht en tot het juiste bedrag opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
Rechtbank Haarlem
Datum instantie
14 april 2008
Rolnummer
06/6472
ECLI
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC9941

Naar de bovenkant van de pagina