Direct naar content gaan

Samenvatting

In 1993 hadden de twee aandeelhouders van een Deense holding de aandelen van de Ierse vennootschap Dooralong verworven. Vervolgens hadden zij de aandelen Holding tegen uitreiking van nieuwe aandelen in Dooralong ingebracht. Kort na die inbreng had Dooralong een dividend van 2.742.616 Ierse Pond aan dividend uitgekeerd. Omdat dat dividend 10% van de waarde van de ingebrachte aandelen Holding ruim overtrof had de Deense fiscus de faciliteit van de Fusierichtlijn (90/434 EEG) geweigerd. Dat dividend mag volgens het Hof echter niet als een “bijbetaling in geld” bij de aandelenruil in de zin van artikel 2 sub d van de Richtlijn worden aangemerkt. Dat zou derhalve tot toepassing van de faciliteit moeten leiden. Daarvoor geldt echter een uitzondering. Als Denemarken een wettelijke regeling kent of een rechtsbeginsel inzake rechtsmisbruik, belastingfraude of belastingontwijking kan de faciliteit geweigerd worden indien die regeling of dat beginsel dat rechtvaardigt.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
1993
Instantie
HvJ
Datum instantie
5 juli 2007
Rolnummer
C-321/05
ECLI
ECLI:EU:C:2007:408
celex32009l0133&artikel=15,celex32009l0133&artikel=2,celex32011l0096&artikel=1,celex32016l1164&artikel=6

Naar de bovenkant van de pagina