Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Dit besluit bevat het beleid over de toepassing van artikel 13 van de Successiewet. Verkrijgingen krachtens levensverzekering of derdenbeding als gevolg van of na het overlijden van een persoon gelden civielrechtelijk niet als erfrechtelijke verkrijgingen. Ze zijn materieel gezien wel gelijk te stellen aan erfrechtelijke verkrijgingen. Deze verkrijgingen worden als fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de heffing van erfbelasting betrokken. In dit besluit is het besluit van 18 juli 2008, nr. CPP2008/1425M geactualiseerd naar aanleiding van de herziening van Successiewet 1956 per 1 januari 2010. De wijzigingen (in de terminologie) per 1 januari 2010 zijn verwerkt. Door de herziening is onderdeel 9 (premieaftrek) vervallen. Dat wordt nader toegelicht in onderdeel 1 onder Wijzigingen per 2010. Onderdeel 11 (Heffing van erfbelasting en inkomstenbelasting bij ongevalsuitkeringen ineens) is niet meer opgenomen in dit besluit. Dat onderdeel is in het besluit over vrijstellingen opgenomen. Dit besluit werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2010 >
Instantie
MvF
Datum instantie
14 december 2010
Rolnummer
DGB2010/873M
bwbr0002226&artikel=13&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina