Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(37)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Volgens een ambtsedige verklaring van een hoofdagent van politie heeft een man op 22 april 2009 met een auto gereden waarvan het kenteken is vervallen. De auto staat per 15 februari 2007 in het kentekenregister geregistreerd als zijnde opgenomen in de bedrijfsvoorraad van H BV met als status 'voertuig geƫxporteerd'. Aan de man is om deze reden een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd over de periode 22 april 2008 tot en met 21 april 2009. De na te heffen belasting is berekend over een tijdsduur van twaalf maanden, waarbij als laatste dag geldt de dag die voorafgaat aan de dag waarop het gebruik van de weg is geconstateerd (artikel 34, lid 2 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting (Wet MRB).
Net als in het arrest van 25 september 2013, nr. 11/04730, oordeelt de Hoge Raad dat deze regeling niet in strijd is met de artikelen 1 en 6 van het EVRM.
Tenslotte oordeelt de Hoge Raad dat het gebruik van de weg met een motorrijtuig waarvoor het kentekenbewijs is geschorst moet worden gelijkgesteld met een betalingsverzuim, hetgeen een boete van 100% van de nageheven belasting rechtvaardigt.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
2008 - 2009
Instantie
HR
Datum instantie
25 oktober 2013
Rolnummer
12/00404
ECLI
ECLI:NL:HR:2013:972
bwbid=bwbr0&artikel=34

Naar de bovenkant van de pagina