Samenvatting
Op 14 maart jl. publiceerde de OESO het commentaar bij de Modelregels inzake Pijler 2, het wereldwijde minimumtarief voor grote multinationals. Bij het lezen van de eerste pagina’s overviel Maarten de Wilde de drang deze opinie te schrijven en, ‘equally, however’, een verbinding te leggen met een dierenboerderij.
Opinie
Inleiding
Op 14 maart jl. publiceerde de OESO het commentaar bij de Modelregels inzake Pijler 2 (hierna: Commentaar), het wereldwijde minimumtarief voor grote multinationals en de bijheffing tot dat minimumtarief waar landen zich niet aan het minimum conformeren. Al na het lezen van de eerste pagina’s overviel mij de drang deze opinie te schrijven. U kent ongetwijfeld de roman Animal Farm van George Orwell, en anders wel de beroemde afkondiging uit het boek:
Op dictionary.com las ik dat het hier gaat om:
Daar moest ik ineens aan denken toen ik een aantal van de passages in het Commentaar uit de Introduction en Chapter 1, waaronder het commentaar bij artikel 1.1 over de reikwijdte van de maatregelen bij elkaar legde. Dit, naast wat gedachten die bij me opkwamen over het almaar veranderende karakter van de maatregelen en die ik graag voor een volgende keer bewaar.
Coördinatie en consistentie
Op pagina 11 van het Commentaar staan enige passages over het belang van een gecoördineerde en consistente aanpak, onder de kop ‘Co-ordination and consistency requirements under common approach’. Gemakshalve een citaat:
Consistentie, dat klinkt goed, al is het nog wel even de vraag hoe we dat (juridisch) gaan borgen, maar dat terzijde. Vervolgens benadrukt het document het belang van coördinatie, bijvoorbeeld ook als het gaat om de reikwijdtevaststelling van de maatregelen, de ‘scope’. Hier een citaat:
Ook dat klinkt goed. Het is niet de bedoeling dat landen voorbij de reikwijdte van de maatregelen zouden kunnen gaan bijheffen over buitenlands inkomen van bedrijven met toepassing van de UTPR, de zogenoemde Undertaxed Profits (was: Payments) Rule. Dit, bijvoorbeeld door de regels toe te passen op binnenlandse concernonderdelen van bedrijven met een buitenlands laagbelast hoofdkantoor die de omzetdrempel van € 750 miljoen niet halen. Een omzetdrempel als ondergrens voor de reikwijdtebepaling is nu eenmaal een omzetdrempel als ondergrens voor de reikwijdtebepaling zou je zeggen. Nou, niet helemaal, opnieuw een citaat:
Dat klinkt al wat minder goed, althans in ieder geval in mijn beleving. Klaarblijkelijk is het wel de bedoeling dat landen voorbij de reikwijdte van de maatregelen kunnen gaan bijheffen over buitenlands inkomen van bedrijven met toepassing van de IIR, de zogenoemde Income Inclusion Rule. Dit, bijvoorbeeld door de regels toe te passen op binnenlandse hoofdkantoren van bedrijven met laagbelaste buitenlandse concernonderdelen die de omzetdrempel van € 750 miljoen niet halen. Kennelijk is een omzetdrempel als ondergrens voor de reikwijdtebepaling toch geen omzetdrempel als ondergrens voor de reikwijdtebepaling. Dit, althans in ieder geval als het gaat over de toepassing van de IIR in de hoofdkantoorjurisdictie.
Verderop, op pagina 14 in het Commentaar staat onder de kop ‘Article 1.1 - Scope of GloBE Rules’ over de reikwijdte van de maatregelen de volgende passage, weer een citaat:
De reikwijdtebepalingen garanderen dat de regels niet worden toegepast op kleinere bedrijven: ‘these scope rules ensure that smaller groups remain unaffected by the GloBE Rules’. Wordt de reikwijdtebepaling nu wel of niet gerespecteerd? Ja en nee, want ‘all animals are equal, but some animals are more equal than others,’ zo lijkt het althans.
Coördinatie en consistentie?
Bijheffing door landen met toepassing van de UTPR voorbij de reikwijdte van de maatregelen ondermijnt het systeemontwerp, aldus het Commentaar. Bijheffing door landen met toepassing van de IIR voorbij de reikwijdte van de maatregelen ondermijnt het systeemontwerp ‘equally, however’ niet, aldus hetzelfde Commentaar (p. 11). Tegelijkertijd garanderen de reikwijdtebepalingen dat de maatregelen niet worden toegepast in gevallen voorbij de reikwijdte van de maatregelen. Aldus opnieuw het Commentaar (p. 14). Dat kan natuurlijk niet, althans, behalve onder het nieuwe en verbeterde Pijler-2-gelijkheidsbeginsel.
Welke landen zijn ook alweer de landen die gaan bijheffen met toepassing van de primaire regel, de IIR? Dat zijn de hoofdkantoorjurisdicties, de G7-landen, en in wat mindere mate de G20-landen, de grote(re) landen met de grote(re) economieën. Welke landen zijn ook alweer de landen die gaan bijheffen onder toepassing van de vangnetregel, de UTPR? Dat zijn de andere landen, de operationele jurisdicties, de kleine(re) landen met de kleine(re) economieën. Het beeld ontvouwt zich: grote landen mogen bedrijven voorbij de reikwijdte van de maatregelen bijbelasten en kleine landen mogen bedrijven voorbij de reikwijdte van de maatregelen niet bijbelasten.
De Pijler-2-rangorderegel is belangrijker dan de Pijler-2-reikwijdteregel. De rangorderegel is klaarblijkelijk een soort Pijler-2-kernregel die níet mag worden ondermijnd en de reikwijdteregel is klaarblijkelijk een soort Pijler-2-periferieregel die wél mag worden ondermijnd, althans door landen waar de hoofdkantoren huizen. Welke landen waren ook alweer lid van de kartrekkende OESO, de ‘rich country think tank’? Goed, dan weten we voor alle mismatches en geschillen en onduidelijkheden die we straks bij de implementatie van de tweepijleroplossing onherroepelijk gaan krijgen – bijvoorbeeld als het gaat om de afbakeningen tussen het nieuw geïntroduceerde onderscheid tussen ‘kernregels’ en ‘periferieregels’ – meteen hoe we al deze kwesties op een ordentelijke wijze gaan oplossen. Dit, namelijk op basis van het nieuwe Pijler-2-gelijkheidsbeginsel: grote landen eerst.
Afsluiting
In het persbericht van de OESO van 8 oktober 2021 over de tweepijleroplossing is te lezen dat: ‘Today’s agreement will make our international tax arrangements fairer and work better’ en: ‘This is a major victory for effective and balanced multilateralism’. Deze ‘fairer, better major victory for balanced multilateralism’ betekent – zo (b)lijkt vooralsnog – in ieder geval niet wederkerigheid tussen soevereine natiestaten. Bijheffen voorbij de reikwijdte van de maatregelen, immers, mag voor hoofdkantoorjurisdicties en, ‘equally, however’, niet voor operationele jurisdicties. En ik ben pas op pagina 14. Maar goed, misschien maak ik me te druk en moeten we dit maar beschouwen als een ‘slip of the pen’ die met de finale review niet is opgepikt.