Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een ondernemer heeft in een op 15 augustus 2002 door de inspecteur ontvangen aangifte omzetbelasting over de maand juli 2002 verzocht om een teruggaaf van omzetbelasting van 32 euro. Ter zake daarvan heeft hij een bezwaarschrift ingediend (met een verzoek om teruggaaf van 287.999 euro), dat door de inspecteur op 28 augustus 2002 is ontvangen. Op het verzoek om teruggaaf is bij beschikking van 31 augustus 2002 een teruggaaf verleend van 32 euro. Bij uitspraak op bezwaar van 12 maart 2004 heeft de inspecteur de verleende teruggaaf van 32 euro verhoogd tot een bedrag van 17.311 euro. Het bedrijf is tegen deze uitspraak in beroep gegaan. Het Hof heeft het bezwaarschrift alsnog niet-ontvankelijk verklaard.
De Hoge Raad stelt vast dat de inspecteur bij zijn uitspraak op bezwaar het door hem op 28 augustus 2002 ontvangen bezwaarschrift heeft aangemerkt als te zijn zijn gericht tegen zijn op 31 augustus 2002 gedagtekende beschikking op het verzoek om teruggaaf. De Hoge Raad overweegt voorts dat het Hof er terecht vanuit is gegaan dat het bedrijf tegen de beslissing op haar verzoek om teruggaaf van omzetbelasting bezwaar kon maken, ook al luidde die beslissing overeenkomstig het gedane verzoek.
Volgens het Hof had de inspecteur dit bezwaar niet-ontvankelijk moeten verklaren, omdat het voortijdig, namelijk voordat de beschikking op het verzoek om teruggaaf was bekendgemaakt, was ingediend. Dit oordeel is onjuist, aldus de Hoge Raad. Volgens de stukken bestond tussen de inspecteur en het bedrijf geen geschil over de ontvankelijkheid van het in augustus 2002 gemaakte bezwaar. Het Hof heeft geen feiten vastgesteld op basis waarvan het bezwaar toch wegens strijd met artikel 6:8, lid 1 Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard.
Het cassatieberoep wordt gegrond verklaard en de zaak wordt verwezen voor de behandeling van het inhoudelijke geschil. Conform A-G Van Ballegooijen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
juli 2002
Instantie
HR
Datum instantie
13 november 2009
Rolnummer
43.864
ECLI
ECLI:NL:HR:2009:BB6436
ECLI:NL:PHR:2009:BB6436

Naar de bovenkant van de pagina