Direct naar content gaan

Samenvatting

De Inspecteur heeft aan X (belanghebbende) met dagtekening 17 juni 2017 een voorlopige aanslag IB/PVV 2016 opgelegd welke resulteerde in een teruggaaf van € 4.394. Dit bedrag is echter nooit aan X uitbetaald terwijl dat wel had gemoeten. Vervolgens is gebleken dat X in zijn aangifte negatieve inkomsten uit eigen woning had aangegeven die ook reeds door zijn partner waren aangegeven. Dit is bij het opleggen van de definitieve aanslag gecorrigeerd zodat op grond van deze aanslag een bedrag van € 4.394 door X moest worden betaald. De (nooit uitbetaalde) teruggaaf op de voorlopige aanslag is vervolgens verrekend met het op de definitieve aanslag te betalen bedrag zodat X per saldo niets hoefde te betalen. Aan hem is echter wel een bedrag van € 195 aan belastingrente in rekening gebracht.

Rechtbank Den Haag is van oordeel dat, nu vaststaat dat het bedrag van de voorlopige aanslag nooit aan X is uitbetaald, er in de periode van 1 juli 2017 tot en met 10 augustus 2018 – waarover de belastingrente is berekend – geen sprake kan zijn van door de schatkist misgelopen rente. Het bedrag van de door X verschuldigde belasting heeft de schatkist immers nooit verlaten zodat de situatie dat de schatkist daarover geen rente heeft kunnen genieten en rente is misgelopen zich hier niet voordoet. Logischerwijs betekent dit ook dat X, die immers nooit de beschikking over het bedrag heeft gehad, over dit bedrag geen rente heeft kunnen ontvangen. Gelet hierop is de Rechtbank van oordeel dat het in dit geval niet in lijn is met doel en strekking van de wet om belastingrente in rekening te brengen over de onderhavige periode. Door niettemin belastingrente in rekening te brengen heeft de Inspecteur in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel gehandeld. De belastingrente is dan ook ten onrechte in rekening gebracht.

Het beroep van X wordt gegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
8 oktober 2019
Rolnummer
19/3405
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2019:10903
NLF-nummer
NLF 2020/0253
Aflevering
23 januari 2020
bwbr0002320&artikel=30fc,bwbr0002320&artikel=30fc

Naar de bovenkant van de pagina